NJ 1994, 674
11 lid 4 Opiumwet houdt geen strafuitsluitingsgrond in maar geeft voor in lid 2 bedoelde handelingen de grens aan tussen misdrijf en overtreding / begrip hennep heeft betrekking op gehele hennepplant, ongeacht vraag of plant werkzame bestanddelen bevat
HR 31-05-1994, ECLI:NL:PHR:1994:AD2114
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 1994
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Van Dorst
- Zaaknummer
96993
- LJN
AD2114
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AD2114, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑1994
ECLI:NL:PHR:1994:AD2114, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑1994
- Wetingang
Essentie
1. Art. 11 lid 4 Opiumwet houdt geen strafuitsluitingsgrond in maar geeft voor de in lid 2 bedoelde handelingen de grens aan tussen misdrijf en overtreding. 2. Het begrip hennep heeft betrekking op de gehele hennepplant, ongeacht de vraag of de plant werkzame bestanddelen bevat.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 februari 1993 in de strafzaak tegen R.F., te Aalsmeer, adv. mr. J.G. Donk te Amsterdam.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.