NJ 1994, 642
Beklag tegen inbeslagneming
HR 10-05-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9727
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 mei 1994
- Magistraten
Hermans, Beekhuis, Bleichrodt, Koster, Schipper, Fokkens
- Zaaknummer
2975
- LJN
ZC9727
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC9727, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑05‑1994
- Wetingang
Sv art. 94; Sv art. 552a lid 4
Essentie
Beklag tegen inbeslagneming. 1) Nu de Rb. meende dat het beslag niet meer gehandhaafd behoefde te worden, diende zij het beklag gegrond te verklaren; 2) Rb. diende voorts te onderzoeken of teruggave aan derde-belanghebbenden, die of zelf een klaagschrift indienden of tijdens raadkamerbehandeling om teruggave hebben verzocht, aangewezen was.
Partij(en)
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Arrondissementsrechtbank te 's‑Gravenhage van 8 maart 1993 op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door J.H.K., ten tijde van het instellen van beroep in cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.