NJ 1994, 264
Klaagschrift (552a Sv) niet ingediend ter griffie van Rb. waar zaak het laatst werd vervolgd: hof had zich onbevoegd moeten verklaren en moeten bepalen dat klaagschrift naar Rb. zou worden gezonden
HR 23-11-1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC9285, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 november 1993
- Magistraten
Haak, Mout, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, Koster, Meijers
- Zaaknummer
3018
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
ZC9285
- JCDI
JCDI:ADS160165:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1993:ZC9285, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑11‑1993
- Wetingang
Sv art. 552a
Essentie
Nu het klaagschrift cfm. art. 552a Sv niet is ingediend ter griffie van de rechtbank waar de zaak het laatst werd vervolgd had het hof zich onbevoegd moeten verklaren en moeten bepalen dat het klaagschrift naar de rechtbank zou worden gezonden.
Partij(en)
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het Gerechtshof te Amsterdam van 19 maart 1993 op een beklag als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door L.J. de J., te Utrecht, adv.mr. E.Th. Hummels te Utrecht.
Voorgaande uitspraak
Beschikking in raadkamer op het beroep in cassatie tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.