NJ 1991, 694
HR, 05-03-1991, nr. 88007: Motivering vervolgingsbeslissing
HR 05-03-1991, ECLI:NL:HR:1991:AB9066, m.nt. G.J.M. Corstens (Motivering vervolgingsbeslissing)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 maart 1991
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- Zaaknummer
88007
- Conclusie
A-G Leijten
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AB9066
- Roepnaam
Motivering vervolgingsbeslissing
- JCDI
JCDI:ADS146537:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Voorfase
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AB9066, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑03‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AB9066, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑1991
- Wetingang
Essentie
1. Gevallen waarin Openbaar Ministerie dient te motiveren waarom het tot vervolging overgaat.
2. 's Hofs overweging dat het Openbaar Ministerie op straffe van niet-ontvankelijkheid gehouden was te motiveren waarom er voor het Openbaar Ministerie redenen waren om inzake handel in soft drugs in Amersfoort en Soest een ander vervolgingsbeleid te voeren dan bijv. in Utrecht is onbegrijpelijk
Samenvatting
Ad 1. De opvatting dat art. 167 lid 2 Sv het Openbaar Ministerie onder alle omstandigheden de vrijheid geeft ‘al dan niet van vervolging af te zien zonder daarvoor verantwoording af te leggen’ kan in zijn algemeenheid niet als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.