NJ 1991, 528
HR, 12-02-1991, nr. 88397
HR 12-02-1991, ECLI:NL:PHR:1991:AC2373, m.nt. A.C. 't Hart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 februari 1991
- Magistraten
Van Den Blink, Beekhuis, Mout, Bleichrodt, Neleman, Meijers
- Zaaknummer
88397
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AC2373
- JCDI
JCDI:ADS146543:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1991:AC2373, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑02‑1991
ECLI:NL:PHR:1991:AC2373, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑02‑1991
- Wetingang
Sr art. 5 lid 1 onder 2°; Sr art. 51 lid 2; Sv art. 339 lid 2
Essentie
1. Nederlandse strafwet toepasselijk bij feitelijk leiding geven door Nederlander aan misdrijf dat door Duitse rechtspersoon is begaan; criterium.
2. Het hof hoefde i.c. niet te doen blijken te hebben onderzocht of het ten laste gelegde feit in de Bondsrepubliek Duitsland strafbaar was.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van Hof Arnhem 13 juni 1989 in de strafzaak tegen G. van B.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van Rb. Arnhem 30 jan. 1987 — de verdachte ter zake van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.