NJ 1991, 98
HR, 09-10-1990, nr. 87590
HR 09-10-1990, ECLI:NL:PHR:1990:AC1070
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Mout, Keijzer, Bleichrodt, Neleman, Remmelink
- Zaaknummer
87590
- LJN
AC1070
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AC1070, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AC1070, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑1990
- Wetingang
Sv art. 280 lid 4; Sv art. 342 lid 1; Sv art. 348; EVRM art. 6 lid 1; EVRM art. 6 lid 3 onder d
Essentie
1. Vervolg op HR NJ 1988, 1041. In het Nederlandse stelsel van strafvordering past niet — behoudens in bijzondere gevallen, waarvan te dezen niet is gebleken — als getuige te horen de officier van justitie, die bij de vordering tot gerechtelijk vooronderzoek en tijdens dit onderzoek het Openbaar Ministerie vertegenwoordigde. 's Hofs afwijzing van een daartoe strekkend verzoek is juist en geeft geen blijk van miskenning van enig aan verdachte toekomend recht voortvloeiend uit art. 6 lid 1 en 3 onder d Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.