NJ 1991, 41
HR, 29-05-1990, nr. 86455
HR 29-05-1990, ECLI:NL:HR:1990:AD1141, m.nt. G.J.M. Corstens
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 1990
- Magistraten
Van Den Blink, Jeukens, Beekhuis, Bleichrodt, Neleman, Fokkens
- Zaaknummer
86455
- Noot
G.J.M. Corstens
- LJN
AD1141
- JCDI
JCDI:ADS74137:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:AD1141, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑1990
ECLI:NL:PHR:1990:AD1141, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑1990
- Wetingang
Sv art. 404; Opiumwet art. 11 lid 4; Opiumwet art. 13 lid 2; RO art. 56
Essentie
Conversie; door een op art. 11 lid 2 Opiumwet toegesneden telastelegging, waarin de hoeveelheid hashish niet was vermeld, is aan verdachte cfm. art. 13 lid 2 Opiumwet mede een misdrijf ten laste gelegd, waartegen cfm. art. 56 Wet RO hoger beroep openstaat en geen cassatie.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Pol.r. in de Rb. te Zwolle van 26 okt. 1988 in de strafzaak tegen Johan K., geboren te Paramaribo (Suriname) op 1 okt. 1962, te Lelystad.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.