NJ 1989, 656
HR, 18-10-1988, nr. 83805
HR 18-10-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0468, m.nt. G.E. Mulder
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 oktober 1988
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Remmelink
- Zaaknummer
83805
- Noot
G.E. Mulder
- LJN
AD0468
- JCDI
JCDI:ADS160648:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0468, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑10‑1988
ECLI:NL:PHR:1988:AD0468, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑1988
- Wetingang
Sr art. 326; Sv art. 339 lid 2
Essentie
Gezien hetgeen de algemene ervaring leert, kon het hof aannemen dat verdachte zich bij het doen van de telefonische mededelingen telkens aankondigde met het noemen van een naam, en wel een andere dan de zijne: toereikend bewijs van aannemen van een valse naam cfm. art. 326 Sr.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Hof te 's-Hertogenbosch van 9 maart 1987 in de strafzaak tegen Antonius Wilhelmus J., geboren te Breda op 24 nov. 1939, te Breda.
Hoge Raad:
1
De bestreden uitspraak
Het hof heeft in hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.