NJ 1988, 933
HR, 26-04-1988, nr. 83197
HR 26-04-1988, ECLI:NL:HR:1988:AD0289
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 april 1988
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, Beekhuis, Keijzer, Govaerts, Remmelink
- Zaaknummer
83197
- LJN
AD0289
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1988:AD0289, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑1988
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑1988
- Wetingang
Sr art. 287; Sr art. 288; Sv art. 350; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 422; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
1. Uit het feit dat 's hofs arrest onder ‘gelet op’ slechts de terechtzitting in hoger beroep van 11 mei 1987 vermeldt, kan niet worden geconcludeerd dat het hof niet mede heeft beraadslaagd naar aanleiding van het op 23 maart 1987 gehouden onderzoek, nu er verder geen enkele aanwijzing is dat het hof zich deze ingrijpende beperking heeft opgelegd, kennelijke verschrijving.
2. Gekwalificeerde doodslag ten laste gelegd; vrijspraak van strafverzwarende omstandigheden en veroordeling voor doodslag; geen grondslagverlating; geen beslissing op verweer conform art. 358 lid 3 Sv; toch geen nietigheid.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.