NJ 1986, 783
HR, 22-04-1986, nr. 1591
HR 22-04-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AC9315, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 april 1986
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, De Waard, Jeukens, Remmelink
- Zaaknummer
1591
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AC9315
- JCDI
JCDI:ADS160031:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AC9315, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑04‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AC9315, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑04‑1986
- Wetingang
Sv art. 25 lid 1; Sv art. 117a lid 3; Sv art. 552a; RO art. 99 lid 1 onder 1°
Essentie
1. Het verzuim een p.-v. van het onderzoek in raadkamer op te maken, brengt (substantiele) nietigheid met zich mee, aldus HR ambtshalve.
2. Op grond van art. 552a Sv jo. art. 10 lid 3 Besluit inbeslaggenomen voorwerpen is beklag omtrent het uitblijven van een last tot afgifte van zowel natuurlijke als burgerlijke vruchten van inbeslaggenomen voorwerpen, ontstaan en verkregen tijdens het beslag, mogelijk; de Rb. verklaarde klager ten onrechte niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot afgifte van de rente over een inbeslaggenomen (en inmiddels teruggegeven) geldsbedrag. Geen vergoeding mogelijk van ten gevolge van inbeslagneming geleden schade. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.