NJ 1987, 323
HR, 22-07-1985, nr. 79041U
HR 22-07-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC8984
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juli 1985
- Magistraten
Ras, Bronkhorst, Hermans, Verburgh, Beekhuis, Meijers
- Zaaknummer
79041U
- LJN
AC8984
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8984, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑07‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8984, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑07‑1985
- Wetingang
Sr art. 140; UW art. 5 lid 1 onder a; UW art. 18 lid 3; UW art. 26 lid 3; UW art. 28 lid 3; EUV art. 2; EUV art. 12 lid 2 onder b; EUV art. 12 lid 2 onder c
Essentie
1. Vervolgingsuitlevering naar Italie; bij een onderzoek naar de genoegzaamheid der stukken is niet aan de orde de vraag of de opgeeiste persoon de feiten heeft begaan. Art. 12 lid 2 onder c Europees Uitleveringsverdrag stelt niet de eis dat stukken strekkende ten bewijze van die feiten moeten worden overgelegd. Na vaststelling door de rechtbank dat de opgeeiste persoon niet heeft beweerd onverwijld zijn onschuld te kunnen aantonen was geen onderzoek conform art. 26 lid 3 Uitleveringswet nodig; dit oordeel is niet onbegrijpelijk.
2. Vervolgingsuitlevering naar Italie; de rechtbank heeft het omschreven samenwerkingsverband ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.