NJ 1985, 821
HR, 07-05-1985, nr. 78144: Haarlemse doodslag
HR 07-05-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB9795, m.nt. A.C. 't Hart (Haarlemse doodslag)
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 mei 1985
- Magistraten
Moons, Bronkhorst, De Groot, Jeukens, Beekhuis,
- Zaaknummer
78144
- Conclusie
A-G Leijten
- Noot
A.C. 't Hart
- LJN
AB9795
- Roepnaam
Haarlemse doodslag
- JCDI
JCDI:ADS160567:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AB9795, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑05‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB9795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑1985
- Wetingang
Sr art. 287; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3
Essentie
1. De bewijsmiddelen inhoudende dat het slachtoffer op 28 mei 1983 is overleden zijn redengevend voor de op 21 mei 1983 gepleegde doodslag.
2. Causaal verband tussen het op 21 mei 1983 gepleegde geweld en het op 28 mei 1983 overlijden van het slachtoffer in verband met tussentijdse medische zorg.
Samenvatting
Ad 1. Bij de bewezenverklaring is kennelijk en terecht ervan uitgegaan dat ‘opzettelijk van het leven beroven’ ook geschiedt op het tijdstip dat de dader met het opzet een ander te doden zijnerzijds datgene heeft gedaan wat tot de dood van het slachtoffer leidt en niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.