NJ 1986, 478
HR, 16-04-1985, nr. 78206U
HR 16-04-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AC8841, m.nt. A.H.J. Swart
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 april 1985
- Magistraten
Van Der Ven, Bronkhorst, De Waard, Haak, Beekhuis, Remmelink
- Zaaknummer
78206U
- Noot
A.H.J. Swart
- LJN
AC8841
- JCDI
JCDI:ADS65957:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AC8841, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑04‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AC8841, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑1985
- Wetingang
Sv art. 330; Sv art. 346; UW art. 9; UW art. 26 lid 1; UW art. 54; EUV art. 9; Europees Verdrag internationale geldigheid strafvonnissen; EUV aanvullend Protocol art. 2
Essentie
1. De stelling dat het beginsel ‘ne bis in idem’ analogische toepassing behoort te vinden bij ‘in gewijsde gegane uitspraken betreffende de weigeringen tot uitlevering, althans voor zover het (mede) politieke delicten betreft’, vindt geen steun in het recht.
2. Het staat de Rb. vrij om zich bij haar onderzoek naar de identiteit van de opgeeiste persoon door de OvJ bescheiden te doen overleggen of gegevens te laten verschaffen, welke voor dit onderzoek dienstig kunnen zijn, en op die gegevens acht te slaan.
3. De stelling dat artikel 54 Uitleveringswet niet toelaat dat tegen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.