NJ 1983, 518
HR, 01-03-1983, nr. 74817
HR 01-03-1983, ECLI:NL:PHR:1983:AB7542
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 maart 1983
- Magistraten
Moons, Van Der Ven, Bronkhorst, De Groot, Jeukens, Remmelink
- Zaaknummer
74817
- LJN
AB7542
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1983:AB7542, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑03‑1983
ECLI:NL:PHR:1983:AB7542, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑1983
- Wetingang
Sr art. 207; Sv art. 284 lid 2; Sv art. 339 lid 2
Essentie
Toereikend bewijs van het opzettelijk uitlokken van meineed in verband met hetgeen de algemene ervaring leert.
Samenvatting
Middel: Verdachte behoefde niet bekend te zijn met het feit dat getuigen ter terechtzitting onder ede worden gehoord. Uit de bewijsmiddelen kan niet volgen dat verdachtes opzet was gericht op het onder ede afleggen van de verklaring.
HR: Het is van algemene bekendheid — en behoeft derhalve overeenkomstig art. 339 lid 2 Sv geen bewijs — dat getuigen ter terechtzitting onder ede of belofte plegen te worden gehoord. Het Hof mocht de wetenschap van wat van algemene bekendheid is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.