NJ 1952, 314
HR, 18-03-1952: Kleurloos opzet
HR 18-03-1952, ECLI:NL:HR:1952:1, m.nt. B.V.A. Röling (Kleurloos opzet)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 maart 1952
- Magistraten
Mrs. Fick, Feber, Vrij, van Berckel, Westerouen van Meeteren;
- Zaaknummer
[1952-03-18/NJ_131167]
- Conclusie
A-G Van Asch van Wijck
- Noot
B.V.A. Röling
- Roepnaam
Kleurloos opzet
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS117057:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:1, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑03‑1952
- Wetingang
Deviezenbesl. 1945 art. 31; Sr. art. 1; Sr. art. 2; Sr. art. 3; Sr. art. 4; Sr. art. 5; Sr. art. 6; Sr. art. 7; Sr. art. 8; Sr. art. 9; Sr. art. 10; Sr. art. 11; Sr. art. 12; Sr. art. 13; Sr. art. 14; Sr. art. 15; Sr. art. 16; Sr. art. 17; Sr. art. 18; Sr. art. 19; Sr. art. 20; Sr. art. 21; Sr. art. 22; Sr. art. 23; Sr. art. 24; Sr. art. 25; Sr. art. 26; Sr. art. 27; Sr. art. 28; Sr. art. 29; Sr. art. 30; Sr. art. 31; Sr. art. 32; Sr. art. 33; Sr. art. 34; Sr. art. 35; Sr. art. 36; Sr. art. 37; Sr. art. 38; Sr. art. 39; Sr. art. 40; Sr. art. 41; Sr. art. 42; Sr. art. 43; Sr. art. 44; Sr. art. 45; Sr. art. 46; Sr. art. 47; Sr. art. 48; Sr. art. 49; Sr. art. 50; Sr. art. 51; Sr. art. 52; Sr. art. 53; Sr. art. 54; Sr. art. 55; Sr. art. 56; Sr. art. 57; Sr. art. 58; Sr. art. 59; Sr. art. 60; Sr. art. 61; Sr. art. 62; Sr. art. 63; Sr. art. 64; Sr. art. 65; Sr. art. 66; Sr. art. 67; Sr. art. 68; Sr. art. 69; Sr. art. 70; Sr. art. 71; Sr. art. 72; Sr. art. 73; Sr. art. 74; Sr. art. 75; Sr. art. 76; Sr. art. 77; Sr. art. 78; Sr. art. 79; Sr. art. 80; Sr. art. 81; Sr. art. 82; Sr. art. 83; Sr. art. 84; Sr. art. 85; Sr. art. 86; Sr. art. 87; Sr. art. 88; Sr. art. 89; Sr. art. 90; Sr. art. 91
Essentie
Vereist de bepaling van art. 31, lid 1, Deviezenbesluit 1945 voor de hierbedoelde misdrijven alleen, dat bij den dader bij het begaan van het feit opzet t.a.v. zijn — door het betrokken voorschrift verboden — gedraging aanwezig was, dan wel tevens t.a.v. de omstandigheid, dat hij door die gedraging een bij of krachtens genoemd Deviezenbesluit gegeven voorschrift overtrad?
Samenvatting
De toelichting tot het (cassatie)middel heeft voor een beantwoording der vraag in eerstgenoemden zin, behalve aan geringe verschillen met bepalingen der Distributiewet 1939 en de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet 1939, slechts gronden ontleend aan de na 's Hofs beslissing in werking getreden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.