NJB 2019/268
Recht op tegenonderzoek bij een ademonderzoek, art. 11 lid 2 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer: deze bepaling houdt onder meer in dat, indien het ademonderzoek het vermoeden bevestigt dat het alcoholgehalte in de adem hoger is dan is toegestaan, verdachte op zijn recht op tegenonderzoek dient te wordt gewezen. Deze mededelingsverplichting behoort tot de strikte waarborgen waarmee het onderzoek als bedoeld in art. 8 lid 2 en lid 3 WVW 1994 is omringd, zodat het resultaat van het ademonderzoek dan van het bewijs moet worden uitgesloten. Art. 359a Sv is daarop niet van toepassing
HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:92
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/00822
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:92, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Recht op tegenonderzoek bij een ademonderzoek, art. 11 lid 2 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer: deze bepaling houdt onder meer in dat, indien het ademonderzoek het vermoeden bevestigt dat het alcoholgehalte in de adem hoger is dan is toegestaan, verdachte op zijn recht op tegenonderzoek dient te wordt gewezen. Deze mededelingsverplichting behoort tot de strikte waarborgen waarmee het onderzoek als bedoeld in art. 8 lid 2 en lid 3 WVW 1994 is omringd, zodat het resultaat van het ademonderzoek dan van het bewijs moet worden uitgesloten. Art. 359a Sv is daarop niet van toepassing