NJ 2013/261
Tegenbewijs; bewijslevering door horen getuigen ingeval rechter feitencomplex voorshands bewezen acht; heeft partij wier stellingen voorshands bewezen zijn geacht recht op nadere bewijslevering ten aanzien van hetzelfde feitencomplex na enquête?
HR 26-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ8766 (Bruscom)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
12/00814
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BZ8766
- Roepnaam
Bruscom
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ8766, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ8766, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2012
- Wetingang
Essentie
Tegenbewijs; bewijslevering door horen getuigen ingeval rechter feitencomplex voorshands bewezen acht; heeft partij wier stellingen voorshands bewezen zijn geacht recht op nadere bewijslevering ten aanzien van hetzelfde feitencomplex na enquête?
In een geval waarin de rechter een door een partij aan haar vordering of verweer ten grondslag gelegd feitencomplex voorshands bewezen acht, de wederpartij in de gelegenheid is gesteld tot het leveren van tegenbewijs terzake van dat(zelfde) feitencomplex, in dat kader een getuigenverhoor heeft plaatsgevonden en de partij wier stellingen voorshands door de rechter bewezen zijn geacht, geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om in contra-enquête nader ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.