RvdW 2017/767
Einde verjaringstermijn vordering op niet meer bestaande (failliete) rechtspersoon; heropening vereffening rechtspersoon vereist voor (voort)lopen verjaringstermijn?; stuiting verjaring vereist?
HR 30-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1182
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 juni 2017
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/00350
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1182, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:525, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2017
ECLI:NL:HR:2016:1512, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:450, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑12‑2015
- Wetingang
Essentie
Einde verjaringstermijn vordering op niet meer bestaande (failliete) rechtspersoon; heropening vereffening rechtspersoon vereist voor (voort)lopen verjaringstermijn?; stuiting verjaring vereist?
Uit art. 2:23c lid 2 BW in verbinding met art. 3:320 BW volgt dat wanneer een verjaringstermijn zou aflopen gedurende het tijdvak waarin de vennootschap had opgehouden te bestaan of binnen zes maanden na heropening van de vereffening, die verjaringstermijn voortloopt totdat zes maanden na die heropening zijn verstreken. Die regel veronderstelt dat een lopende verjaringstermijn in elk geval niet afloopt zolang de vereffening van de rechtspersoon niet is heropend op de voet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.