Einde inhoudsopgave
Mijnbesluit BES
Artikel 238
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Mijnverordening ter uitvoering der Curaçaosche mijnwet, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 445 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Overschrijving van de rechten en verplichtingen uit eene concessie voortvloeiende, op de rechtverkrijgenden van den overleden wettigen houder of op andere personen of vennootschappen, ingevolge het derde lid van art. 5 der Mijnwet BES, heeft niet plaats tenzij die rechtverkrijgenden of verkrijgers aan de autoriteit, voor welke de overschrijving moet geschieden, onder overlegging van de overige voor de bewerkstelling van die overschrijving benoodigde stukken, aantoonen dat zij voldoen aan de vereischten van voormeld artikel.
2.
Hetzelfde geldt bij vervreemding van de concessie, ook waanneer vóór de inwerkingtreding der Mijnwet BES verleende concessiën worden vervreemd.
3.
De aantooning, bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, wordt geleverd òf door de overlegging van de mededeeling aan belanghebbenden gedaan ingevolge art. 26 òf door de overlegging van de ingevolge art. 20 van dit besluit in verband met het derde lid van art. 5 der Mijnwet BES verleende goedkeuring of, zoo er een geschil is geweest nopens het voldoen aan de vereischten, door de overlegging van een authentiek afschrift der beschikking van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie waarbij is beslist dat de belanghebbende aan die vereischten voldoet.
4.
In de gerechtelijke akte moet uitdrukkelijk worden vermeld, dat de betrokkene heeft aangetoond aan de in art. 5 der Mijnwet BES gestelde vereischten te voldoen.