Prg. 2022/226
Verhouding tussen uitzendbureau en ter beschikking gestelde ZZP’er voldoet aan vereisten van de Uitzendrichtlijn. Het belemmeringsverbod is dus van toepassing.
HR 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:751
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 mei 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/03958
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:751, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1024, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑01‑2021
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 9a Waadi; art. 3 lid 2 Richtlijn 2008/104/EG
Essentie
Arbeidsrecht. Is belemmeringsverbod in Waadi ook van toepassing op verhouding tussen uitzendbureau en zelfstandige?
Ja. Belemmeringsverbod is zonder meer van toepassing als uitzendbureau zelfstandige ter beschikking stelt.
Samenvatting
Zelfstandig opdrachtnemer (ZZP’er) verricht werkzaamheden voor uitzendbureau bij inlener. Op de verhouding tussen ZZP’er en uitzendbureau is een relatiebeding van toepassing. Na de uitzendperiode wenst ZZP’er werk te blijven verrichten voor inlener, maar uitzendbureau beroept zich op het relatiebeding. Volgens ZZP’er is het relatiebeding strijdig aan het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi. Volgens de kantonrechter heeft ZZP’er gelijk. Volgens het hof niet. ZZP’er tekent cassatie aan. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.