NJ 2015/95
Geen ne bis in idem maar inhaaldagvaarding in andere zaak.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/02180
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS97180:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3043, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1475, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2014
- Wetingang
Art. 68 Sr
Essentie
Inhaaldagvaarding na vonnis rechtbank. Nu ten tijde van ’s Hofs arrest, gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank, de tussentijdse veroordeling van de kantonrechter ter zake van hetzelfde feit nog niet onherroepelijk was, was art. 68 Sr niet van toepassing. Het uitbrengen van een inhaaldagvaarding strookt niet met het wettelijk systeem (HR NJ 1985/842), maar dat leidt niet tot niet-ontvankelijkheid OM nu de inhaaldagvaarding is uitgebracht in de andere strafzaak. A-G: anders.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, ...