NJ 1985, 842
HR, 07-05-1985, nr. 77745
HR 07-05-1985, ECLI:NL:PHR:1985:AB9796, m.nt. Th.W. van Veen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 mei 1985
- Magistraten
Moons, De Groot, De Waard, Haak, Beekhuis, Leijten
- Zaaknummer
77745
- Noot
Th.W. van Veen
- LJN
AB9796
- JCDI
JCDI:ADS146408:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:AB9796, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑05‑1985
ECLI:NL:PHR:1985:AB9796, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑05‑1985
- Wetingang
Sr art. 68; Sv art. 258 lid 1
Essentie
Onder bepaalde omstandigheden kan de vervolging worden voortgezet op basis van de inhaaldagvaarding, hoewel de nietigverklaring van de inleidende dagvaarding nog niet in kracht van gewijsde is gegaan.
Samenvatting
1. Ingevolge het systeem van het Wetboek van Strafvordering betreffende de procesgang geldt in het algemeen de regel, dat voordat over of op grondslag van een inleidende dagvaarding onherroepelijk is beslist, de OvJ zich behoort te onthouden van het doen uitgaan van een 2e dagvaarding ter zake van hetzelfde feit. Gelet op art. 258 lid 1 Sv neemt het rechtsgeding immers een aanvang zodra de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.