Einde inhoudsopgave
Smartengeld 1998/7.4.2.2
7.4.2.2 Lichamelijk letsel
prof. mr. S.D. Lindenbergh, datum 21-06-1998
- Datum
21-06-1998
- Auteur
prof. mr. S.D. Lindenbergh
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Hoewel denkbaar is dat ongepubliceerde rechtspraak danwel vaststellingen buiten rechte een ander beeld geven, is niet aannemelijk dat dat wezenlijk afwijkt van de gepubliceerde rechtspraak. Aannemelijk is immers dat men zich steeds min of meer richt naar de gepubliceerde rechtspraak, omdat substantiële afwijking daarvan uitnodigt tot (verder) procederen.
HR 8 juli 1992, nj 1992, 714 (AMC/O).
Rb. Groningen 8 juli 1988, VR 1990, 81; VRS 1997, 115.
Rb. Middelburg 20 mei 1987, VR 1988, 52; VRS 1997, 230.
Pres. Rb. Middelburg 3 september 1993, VRS 1997, 391.
Rb. 's-Gravenhage 29 november 1995, VRS 1997, 632 (ƒ 150.000 (geïndexeerd: ƒ 154.500), mishandeling met messteken, leidend tot rolstoelgebondenheid); Hof Amsterdam 28 april 1994, VRS 1997, 525 (ƒ 150.000 (geïndexeerd: ƒ 157.500), vrouw met hersenletsel als gevolg van schotwonden, leidend tot verlamming en rolstoelgebondenheid); Rb. Amsterdam 10 juli 1996, vrs 1997,229 (ƒ 150.000 (geïndexeerd, ƒ 151.500) man door auto-ongeval ernstig verlamd en rolstoelgebonden); Ktg. Nijmegen 7 december 1988, VRS 1997, 228 (ƒ 150.000 (geïndexeerd: ƒ 184.500) ernstig hersenletsel 4-jarige, waardoor rolstoelgebondenheid; Pres. Rb. Leeuwarden 4 juni 1996, KG 1996,249; VRS 1997,410 (ƒ 150.000 (geïndexeerd: ƒ 151.500), onjuiste diagnose kanker waardoor overlevingskans aanzienlijk beperkt); Rb. Amsterdam 17 januari 1996, VRS 1997, 633 (ƒ 150.000 (geïndexeerd: ƒ 151.500), vrouw door ex-partner opzettelijk geïnjecteerd met bloed van AlDS-patiënt) en Ktg. Rotterdam 10 juni 1993, Prg. 1993, 3933; VRS 1997, 390 (ƒ 150.000 (geïndexeerd: ƒ 162.000), mesothelioom door asbest).
Vgl. voor Engeland en Duitsland hierna.
Vgl. Rb. Amsterdam 17 januari 1996, VRS 1997, 633 (vrouw door ex-partner opzettelijk geïnjecteerd met bloed van AlDS-patiënt); Ktg. Rotterdam 10 juni 1993, Prg. 1993,3913; VRS 1997, 390 (mesothelioom door asbest) en Pres. Rb. Leeuwarden 4 juni 1996, KG 1996, 249; VRS 1997, 410 (onjuiste diagnose kanker waardoor overlevingskans aanzienlijk beperkt).
Hacks, Ring & Böhm 1997, nr. 2030 (ernstige verlamming, DM 450.000); 2031 (onrechtmatige opsluiting van 9 jaar in psychiatrische inrichting met medische dwangbehandeling, dm 500.000); 2032, 2033, 2034, 2035 (steeds toekenningen van dm 500.000 in gevallen van dwarslaesie). Soms wordt daaraan nog een maandelijkse 'Rente' van enige honderden dm toegevoegd. Zie bijv. Hacks, Ring & Böhm 1997, nr. 2125 (ernstige hersenbeschadiging vijfjarige, dm 420.000 en DM 500 per maand); 2126 (dwarslaesie, dm 450.000 en DM 750 per maand) en 2127 (volledige blindheid 4-jarige, dm 500.000 en DM 500 per maand).
Judicial Studies Board 1997, p. 3, 4 en 10. Kemp & Kemp vermelden concrete uitspraken in deze sfeer.
Zie voor Duitsland Hacks, Ring & Böhm 1997, 2048 (besmetting met AIDS, DM 51.000 en dm 1.000 per maand) en 2113 (besmetting 9-jarige met AIDS, dm 250.000 en DM 1.000 per maand). Vgl. voor Engeland Judicial Studies Board 1997, p. 15, waar voor letale longaandoeningen als maximumbedrag £ 50.000 wordt genoemd.
Zie VRS 1997, nr. 235, 236, 237, 238, 239, 240, 242, 243, 244, 245, 247 en 249. Voor (gezichts) verlies van een oog door mishandeling worden ongeveer dezelfde bedragen toegekend, vgl. VRS 1997, nr. 506, 510,511, 512,513, 515, 516, 518,519, 520, 521. Meer gecompliceerde letsels zijn buiten beschouwing gelaten.
Judicial Studies Board 1997, p. 10.
Zie Hacks, Ring & Böhm 1997, nr. 1555, 1582, 1619, 1657, 1719, 1780, 1783, 1746 en 1859.
Hacks, Ring & Böhm 1997, nr. 1730, 1762, 1985, 1824 en 1950.
VRS 1997, nr. 154, 156, 159 en 160.
Judicial Studies Board 1997, p. 26.
Hacks, Ring & Böhm 1997, nr. 1589 (dm 30.000) en 1638 (dm 37.500) (beiden na aftrek wegens eigen schuld van resp. 50% en 33%). De overige genoemde gevallen behelzen tevens andere letsels.
Beziet men de gepubliceerde rechtspraak1 op het terrein van het lichamelijk letsel in Nederland dan springt met name het geval in het oog waarin het - voorzover mij tot nu toe bekend - hoogste bedrag van ƒ 300.000 (geïndexeerd naar 1997: ƒ 342.000) werd toegewezen aan een patiënt die als gevolg van een fout van een arts besmet raakte met AIDS.2 Aan de 'top' zijn verder bedragen te signaleren van respectievelijk ƒ 250.000 (geïndexeerd naar 1997: ƒ 307.500) in een geval van verlies van een been en ernstige beschadiging van inwendige organen door een arbeidsongeval3 en ƒ 200.000 zowel in een geval van ernstige hersenbeschadiging en ernstige verlamming als gevolg van een autoongeval4 (geïndexeerd naar 1997: ƒ 248.000), als in een geval van het oplopen van een dwarslaesie als gevolg van een ongeval met een paard (geïndexeerd naar 1997: ƒ 216.000).5 Daarna volgen verschillende gevallen waarin ƒ 150.000 is toegewezen.6
De suggestie dat de toewijzing in 1992 van ƒ 300.000 in geval van besmetting met een letale ziekte zou leiden tot een algemene verhoging van bedragen in de meest ernstige gevallen lijkt vooralsnog niet bewaarheid. In gevallen die elders doorgaans als de meest ernstige worden gekwalificeerd,7 zoals zeer ernstige gevallen van hersenletsel en ernstige verlarriming, liggen de hoogste bedragen in Nederland vooralsnog immers tussen ƒ 150.000 en ƒ 250.000 (en voornamelijk rond ƒ 150.000). Opmerkelijk is dat naast het geval waarin ƒ 300.000 werd toegekend wegens besmetting met AIDS enkele andere gevallen zijn te signaleren waarin het eveneens ging om letale ziekten (waaronder AIDS), maar waarin substantieel lagere bedragen (ongeveer ƒ 150.000) werden toegekend.8
Beziet men - bij wijze van betrekkelijk willekeurige voorbeelden - het Engelse en Duitse recht op dit punt dan valt op dat in beide stelsels de hoogste bedragen worden toegekend in gevallen van ernstig hersenletsel, ernstige verlamming en volledige blindheid. De aanwijzing in § 847 BGB dat het moet gaan om een 'billige Entschadigung' leidt in Duitsland niet bepaald tot bedragen die als 'goedkoop' kunnen worden bestempeld. De hoogste bedragen liggen rond de DM 500.000.9 In Engeland betreft het bedragen tot ongeveer £ 130.000.10 In gevallen van letale ziekten worden daar doorgaans niet de hoogste bedragen toegekend.11
Vergelijking van andere dan de maximumbedragen is niet eenvoudig, omdat niet steeds duidelijk is wat de (meest) bepalende factoren bij ieder geval zijn geweest. Om toch enige indruk te geven volgt hier een willekeurige impressie ten aanzien van een tweetal betrekkelijk goed afzonderlijk te beschouwen letsels, te weten het verlies van het gezichtsvermogen in één oog en het verlies van een arm.
Beziet men de in Nederland toegekende bedragen bij blindheid aan één oog, dan liggen deze tussen ƒ 30.000 en ƒ 50.000.12 Voor het Engelse recht worden bedragen genoemd van £ 21.500-£ 24.500 bij volledig gezichtsverlies in één oog en van £ 24.500-£ 27.000 bij volledig verlies van het oog.13 In Duitsland gaat het om bedragen van ongeveer DM 30.000-DM 70.000 bij blindheid aan één oog14 en om bedragen van ongeveer DM 50.000-DM 70.000 bij verlies van een oog.15
In Nederland zijn in de rechtspraak in gevallen van verlies van een arm bedragen toegekend van ongeveer ƒ 45.000-/ 70.000.16 Voor het Engelse recht worden bedragen genoemd van £ 40.000-£ 50.000.17 In Duitsland gaat het om bedragen vanaf ongeveer DM 50.000.18