V-N Vandaag 2014/2248:Zesmaandsfictie vormt geen toereikende basis om beboetbaar feit aan te nemen

V-N Vandaag 2014/2248

Zesmaandsfictie vormt geen toereikende basis om beboetbaar feit aan te nemen

Documentgegevens:

HR 07-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3117

Instantie: Hoge Raad
Datum: 7 november 2014
Zaaknummer: 14/01595
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Loonbelasting (V)
Brondocumenten: Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑11‑2014
ECLI:NL:HR:2014:3117, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑11‑2014
Wetingang: Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (BWBV0001000, 6)Wet op de loonbelasting 1964 (BWBR0002471, 30a)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 67f)

Essentie

De Hoge Raad beslist dat de fictie van art. 30a Wet LB 1964 geen toereikende basis vormt om een beboetbaar feit aan te nemen. Volgt verwijzing. De vergrijpboeten moeten gematigd worden vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Samenvatting

Belanghebbende, vof X, exploiteert een autopoetsbedrijf. Tijdens een bedrijfsbezoek van de Belastingdienst en Arbeidsinspectie op 2 februari 2010 worden drie personen aangetroffen die bezig zijn met het reinigen/poetsen van auto’s (hierna: de drie personen). Nadat de controleurs de werkruimte hebben betreden en te kennen geven waarvoor zij komen, rennen de drie personen weg uit het bedrijf. Twee van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.