Warenwetregeling sterkte-eisen frisdrankflessen
Bijlage II Bepaling weerstand tegen stoten
Geldend
Geldend vanaf 24-07-1997
- Bronpublicatie:
22-07-1997, Stcrt. 1997, 138 (uitgifte: 23-07-1997, regelingnummer: GZB/C&O/973657)
- Inwerkingtreding
24-07-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-07-1997, Stcrt. 1997, 138 (uitgifte: 23-07-1997, regelingnummer: GZB/C&O/973657)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
bij artikel 2, vierde lid, van de Warenwetregeling Sterkte-eisen frisdrankflessen.
1. Principe van de methode
Op een ommantelde fles, gevuld met koolzuurhoudende vloeistof en goed gesloten, voert men op de voorgeschreven wijze hamerproeven uit en bepaalt men of de fles daartegen bestand is.
2. Apparatuur
De hamerproeven worden uitgevoerd met een valhamerapparaat bestaande uit een hamer gemonteerd op een arm die vanuit verschillende hoeken losgelaten kan worden, en waarmee de hamer een bepaalde stootimpuls gegeven kan worden. De stoothoogte en de plaats van stoten van de fleswand rondom zijn instelbaar, de fles wordt vrij opgesteld.
De hamer met een massa van 1 kg. dient een stalen stootgedeelte te bezitten met een afrondingsstraal van 20 mm.
3. Werkwijze
3.1
Plaats de bemonsterde, voor de verkoop bestemde en met een koolzuurhoudende drinkwaar gevulde ommantelde fles op het draaiplateau van het valhamerapparaat, nadat de inhoud op een temperatuur van 20° C is gebracht en door schudden de evenwichtsdruk is bereikt.
3.2
Stel de hoogte waarop de hamer de fleswand treft zodanig in dat deze samenvalt met de overgang van het lijf naar het begin van de schouder.
3.3
Stel de hoek van waaruit de hamer valt zodanig in dat de stootimpuls precies 2,00 kgm/s is.
3.4
Hamer op drie plaatsen langs de omtrek die op een afstand van 1/3- van de omtrek van elkaar liggen, waarbij een plaats een van de naden van de fles is.