RFR 2022/106
Partneralimentatie. Wanneer is er sprake van betrokkenheid van een hof die verwijzing als bedoeld in art. 62b RO gewenst maakt?
HR 03-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:820
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 juni 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/01181
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS659543:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:820, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1255, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑12‑2021
- Wetingang
Art. 1:157 BW; art. 5 lid 2, 62b RO; art. 843a Rv
Essentie
Partneralimentatie.
Wanneer is er sprake van betrokkenheid van een hof die verwijzing als bedoeld in art. 62b RO gewenst maakt? Dient een hof altijd naar ander hof te verwijzen indien de situatie zich voordoet dat bij het hof in hoger beroep wordt gekomen van een uitspraak van een tot zijn ressort behorende rechtbank die mede is gewezen door een rechter die inmiddels is benoemd tot raadsheer in het hof?
Samenvatting
In 2006 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. In de echtscheidingsprocedure is het verzoek van de man een door de vrouw aan hem te betalen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.