NJ 2022/138
Cassatiestelsel niet in strijd met art. 14 lid 5 IVBPR.
HR 18-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:285
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/00690
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS640359:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:285, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1252, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2019
- Wetingang
Samenvatting
Bij cassatie tegen een veroordelend arrest van het gerechtshof beoordeelt de Hoge Raad o.g.v. de ingediende klachten en alle relevante stukken van het geding of de bestreden uitspraak moet worden vernietigd wegens schending van het recht of verzuim van vormen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.