BNB 2016/174
Zaak Pensioenfonds Metaal en Techniek. Vrijheid van kapitaalverkeer. Verschil in heffing over dividend bij ingezeten en niet-ingezeten pensioenfondsen
HvJ EU 02-06-2016, ECLI:EU:C:2016:402, m.nt. P.G.H. Albert (Pensioenfonds Metaal en Techniek)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
2 juni 2016
- Magistraten
Tizzano, Biltgen, Levits, Berger, Rodin
- Zaaknummer
C-252/14
- Conclusie
A-G Szpunar
- Noot
P.G.H. Albert
- Roepnaam
Pensioenfonds Metaal en Techniek
- JCDI
JCDI:ADS88200:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Inbreuk op het gemeenschapsrecht
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:402, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 02‑06‑2016
ECLI:EU:C:2015:571, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2015
- Wetingang
Essentie
Zaak Pensioenfonds Metaal en Techniek. Vrijheid van kapitaalverkeer. Verschil in heffing over dividend bij ingezeten en niet-ingezeten pensioenfondsen
Samenvatting
Pensioenfonds Metaal en Techniek, belanghebbende, is een in Nederland gevestigd pensioenfonds dat dividenden ontvangt uit portfolio-investeringen in Zweedse vennootschappen. Op deze dividenden wordt Zweedse bronbelasting ingehouden. Belanghebbende verzoekt om terugbetaling van de verschuldigde dividendbelasting op grond van onverenigbaarheid met het unierecht. Belanghebbende voert aan dat het zwaarder wordt belast dan een ingezeten fonds, dat wordt belast over een fictief rendement. De verwijzende rechter vraagt of het unierecht in de weg staat aan het verschil in behandeling van ingezeten en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.