NJB 2024/505
Vaderschap. DNA-onderzoek. Stelplicht. Hoge Raad: Voor het bevelen van een DNA-onderzoek is noodzakelijk en voldoende dat op grond van de ten processe gebleken feiten en omstandigheden aannemelijk is dat de man de verwekker van het kind kan zijn. Niet valt in te zien waarom dat in dit geval niet aannemelijk is.
HR 16-02-2024, ECLI:NL:HR:2024:252
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 februari 2024
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
23/00727
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:252, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑02‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:886, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑10‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2023
- Wetingang
(art. 1:207 BW; art. 194 lid 1 Rv)
Essentie
Vaderschap. DNA-onderzoek. Stelplicht. Hoge Raad: Voor het bevelen van een DNA-onderzoek is noodzakelijk en voldoende dat op grond van de ten processe gebleken feiten en omstandigheden aannemelijk is dat de man de verwekker van het kind kan zijn. Niet valt in te zien waarom dat in dit geval niet aannemelijk is.
Partij(en)
De moeder, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. de man, de bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming, niet verschenen.
Uitspraak
Procesverloop
In dit geding verzoekt de moeder dat de rechter vaststelt dat de man de vader is van een in 2013 geboren kind van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.