Einde inhoudsopgave
Overleveringswet
Artikel 7 [Strafbare feiten vatbaar voor overlevering]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Redactionele toelichting
De titel van het inwerkingtredingsbesluit is gecorrigeerd via een verbeterblad (13-08-2024).
- Bronpublicatie:
17-07-2024, Stb. 2024, 207 (uitgifte: 24-07-2024, kamerstukken: 36491)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-07-2024, Stb. 2024, 221 (uitgifte: 24-07-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
1.
Overlevering kan worden toegestaan ten behoeve van:
- a.
een door autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat of het Europees Openbaar Ministerie bedoeld in artikel 1 van Verordening EOM, ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich naar het oordeel van de uitvaardigende justitiële autoriteit schuldig heeft gemaakt aan:
- 1°
een naar het recht van de uitvaardigende lidstaat benoemd strafbaar feit dat tevens op de in bijlage 1 bij deze wet behorende lijst staat vermeld, waarop naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld; of
- 2°
een ander feit dat zowel naar het recht van de uitvaardigende lidstaat als naar dat van Nederland strafbaar is en waarop naar het recht van de uitvaardigende lidstaat een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste twaalf maanden is gesteld;
- b.
de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van vier maanden, of van langere duur, door de opgeëiste persoon op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat te ondergaan wegens een feit als onder 1° bedoeld of wegens een ander feit dat zowel naar het recht van de uitvaardigende lidstaat als naar dat van Nederland strafbaar is.
2.
Overlevering kan, behoudens het derde lid, worden geweigerd indien sprake is van:
- a.
een ander feit als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, maar dat niet strafbaar is naar Nederlands recht, ongeacht de bestanddelen of de kwalificatie ervan; of
- b.
de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van vier maanden, of van langere duur, door de opgeëiste persoon op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat te ondergaan wegens een ander feit als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, maar dat niet strafbaar is naar Nederlands recht, ongeacht de bestanddelen of de kwalificatie ervan.
3.
Ter zake van retributies en belastingen, douane en deviezen mag de overlevering niet worden geweigerd op grond van het feit dat Nederland niet dezelfde soort retributies of belastingen heft, of niet dezelfde soort regelgeving inzake retributies, belastingen, douane en deviezen kent als de uitvaardigende lidstaat.
4.
De in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, bedoelde lijst kan, wanneer de Raad van de Europese Unie besluit tot uitbreiding of wijziging van de daarop vermelde strafbare feiten, bij algemene maatregel van bestuur worden herzien. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
5.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, wordt onder een naar Nederlands recht strafbaar feit mede verstaan een feit waardoor inbreuk is gemaakt op de rechtsorde van de verzoekende staat, terwijl krachtens de Nederlandse wet eenzelfde inbreuk op de Nederlandse rechtsorde strafbaar is.
6.
Indien het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft op verscheidene afzonderlijke feiten die hetzij naar het recht van zowel de uitvaardigende als de uitvoerende lidstaat strafbaar zijn, hetzij uitsluitend naar het recht van de uitvaardigende lidstaat strafbaar zijn, maar waarvan één of meer van die feiten niet voldoen aan de voorwaarde met betrekking tot de hoogte van de straf, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, of onderdeel b, kan de overlevering ook voor deze feiten worden toegestaan, gelijktijdig met de overlevering voor het feit dat wel voldoet of de feiten die wel voldoen aan die voorwaarde.
7.
Artikel 51a van de Uitleveringswet is van overeenkomstige toepassing op overlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie.