NJ 2019/447
Belemmeringenwet Privaatrecht. Volledige schadevergoeding; waardevermindering perceel; vergoeding planschade? Ingangsdatum wettelijke rente; moment waarop schade wordt geleden.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 juni 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
18/01602
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
E.W.J. de Groot
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS169665:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Bouwrecht / Veiligheid en milieu
Ruimtelijk bestuursrecht / Tegemoetkoming in schade (planschade)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:996, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:453, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑04‑2018
- Wetingang
Essentie
Belemmeringenwet Privaatrecht. Volledige schadevergoeding; waardevermindering perceel; vergoeding planschade? Ingangsdatum wettelijke rente; moment waarop schade wordt geleden.
Samenvatting
De Belemmeringenwet Privaatrecht (BP) voorziet in een recht op volledige vergoeding van de schade veroorzaakt door de aanleg en instandhouding van een werk dat ingevolge art. 1 BP door de rechthebbende moet worden gedoogd. Daaronder valt ook de schade bestaande in waardevermindering van de percelen waarop het werk betrekking heeft (vgl. onder meer HR 2 februari 1979, NJ 1979/384, m.nt. F.H.J. Mijnssen). Er is geen grond om hierbij de schade veroorzaakt door de ...