Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012
Artikel 41 Tijdelijke interventiebevoegdheden van de EBA
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2019
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2022.
- Bronpublicatie:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Inwerkingtreding
30-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, PbEU 2019, L 334 (uitgifte: 27-12-2019, regelingnummer: 2019/2175)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
In overeenstemming met artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1093/2010 kan de EBA, mits aan de voorwaarden van de leden 2 en 3 is voldaan, de volgende zaken tijdelijk verbieden of beperken in de Unie:
- a)
het op de markt brengen, verspreiden of verkopen van bepaalde gestructureerde deposito's of gestructureerde deposito's met bepaalde specifieke kenmerken; of
- b)
een soort financiële activiteit of praktijk.
Een verbod of beperking kan gelden in omstandigheden of gebonden zijn aan voorwaarden die door de EBA worden gespecificeerd.
2.
De EBA neemt alleen een besluit op grond van lid 1 als aan alle hiernavolgende voorwaarden is voldaan:
- a)
de voorgestelde maatregel heeft tot doel een aanzienlijke reden tot bezorgdheid over de bescherming van beleggers of een bedreiging voor het ordelijk functioneren en de integriteit van financiële markten of voor de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan aan te pakken;
- b)
de reguleringsvoorschriften op grond van het Unierecht die van toepassing zijn op het betreffende gestructureerde deposito of de betreffende activiteit wenden de bedreiging niet af;
- c)
een bevoegde autoriteit heeft of bevoegde autoriteiten hebben geen maatregelen genomen om de bedreiging af te wenden of de maatregelen die zijn genomen wenden de bedreiging niet adequaat af.
Als aan de voorwaarden van de eerste alinea wordt voldaan, kan de EBA het verbod of de beperking als bedoeld in lid 1 uit voorzorg opleggen voordat een gestructureerd deposito op de markt is gebracht, verspreid of aan cliënten is verkocht.
3.
Wanneer de EBA op grond van dit artikel maatregelen neemt, zorgt zij ervoor dat de maatregel:
- a)
geen nadelig effect heeft op de efficiëntie van de financiële markten of op de beleggers dat niet in verhouding staat tot de voordelen van de maatregel; [en]
- b)
niet het risico van reguleringsarbitrage oplevert.
Indien een bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten een maatregel heeft of hebben genomen op grond van artikel 42, kan de EBA elk van de in lid 1 genoemde maatregelen nemen zonder het in artikel 43 bedoelde advies uit te brengen.
4.
Voordat zij besluit maatregelen te nemen op grond van dit artikel, stelt de EBA de bevoegde autoriteiten van de voorgenomen maatregel in kennis.
5.
De EBA publiceert op haar website een kennisgeving van elk besluit tot het nemen van maatregelen op grond van dit artikel. In de kennisgeving worden de bijzonderheden van het verbod of de beperking vermeld en wordt aangegeven op welk tijdstip na de publicatie van de kennisgeving de maatregelen in werking zullen treden. Een verbod of beperking geldt alleen voor handelingen die zijn verricht na de inwerkingtreding van de maatregelen.
6.
De EBA heroverweegt op gezette tijden, en ten minste om de zes maanden, een verbod dat of beperking die op grond van lid 1 is opgelegd. Na ten minste twee opeenvolgende verlengingen en op basis van een passende analyse om de impact op de consumenten te beoordelen, kan de EBA besluiten het verbod of de beperking voor een jaar te verlengen.
7.
Maatregelen die door de EBA worden genomen op grond van dit artikel krijgen voorrang boven eerdere maatregelen van een bevoegde autoriteit.
8.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 50 gedelegeerde handelingen vast waarin de criteria en factoren worden gespecificeerd waarmee de EBA rekening moet houden om te bepalen wanneer er sprake is van een significante reden tot bezorgdheid over de beleggersbescherming of een bedreiging van het ordelijk functioneren of de integriteit van financiële markten en van de stabiliteit van het financiële stelsel in de Unie of een deel daarvan, zoals bedoeld in lid 2, onder a).
Die criteria en factoren omvatten:
- a)
de complexiteit van een gestructureerd deposito en de relatie tot de soort cliënt aan wie het wordt aangeboden en verkocht;
- b)
de omvang of de nominale waarde van een uitgifte van gestructureerde deposito's;
- c)
het innovatiegehalte van een gestructureerd deposito, een activiteit of een praktijk;
- d)
de hefboomwerking van een gestructureerde deposito of een praktijk.