NJB 2018/1590
Het in werking hebben van een amfetaminelaboratorium heeft als direct gevolg gehad dat verontreinigende stoffen in de bodem zijn gebracht en kan daarom worden aangemerkt als een handeling als bedoeld in art. 10, lid 1, Wet bodembescherming. College van burgemeester en wethouders heeft appellant, die actief betrokken was bij het laboratorium, terecht als overtreder van art. 13 Wet bodembescherming aangemerkt
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
8 augustus 2018
- Magistraten
Mr. Hoekstra
- Zaaknummer
201707101/1/A1
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bodem
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:2639, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 08‑08‑2018
- Wetingang
Essentie
Het in werking hebben van een amfetaminelaboratorium heeft als direct gevolg gehad dat verontreinigende stoffen in de bodem zijn gebracht en kan daarom worden aangemerkt als een handeling als bedoeld in art. 10, lid 1, Wet bodembescherming. College van burgemeester en wethouders heeft appellant, die actief betrokken was bij het laboratorium, terecht als overtreder van art. 13 Wet bodembescherming aangemerkt
Partij(en)
Uitspraak in het geding tussen [appellant], domicilie kiezend te [woonplaats], en het college van burgemeester en wethouders van Tubbergen, verweerder.
Uitspraak
Procesverloop
Bij besluit van 6 oktober 2016 heeft het college aan [appellant] een last onder ...