NJB 2021/1463
Waardering getuigenbewijs. Motivering. Hoge Raad: De vaststelling van het hof dat de door de partij-getuige afgelegde getuigenverklaring op alle essentiële onderdelen wordt bevestigd door de verklaring van een andere getuige, is onbegrijpelijk. Voorts heeft het hof niet gerespondeerd op de stelling dat de partij-getuige wisselende stellingen heeft ingenomen. Die stelling is echter relevant voor de beoordeling van de bewijskracht van de getuigenverklaring van de partij-getuige, zodat het hof daaraan niet voorbij had mogen gaan
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 april 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/05564
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:672, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑04‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1131, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2020
- Wetingang
(art. 152 lid 2 Rv; art. 79 RO)
Essentie
Waardering getuigenbewijs. Motivering. Hoge Raad: De vaststelling van het hof dat de door de partij-getuige afgelegde getuigenverklaring op alle essentiële onderdelen wordt bevestigd door de verklaring van een andere getuige, is onbegrijpelijk. Voorts heeft het hof niet gerespondeerd op de stelling dat de partij-getuige wisselende stellingen heeft ingenomen. Die stelling is echter relevant voor de beoordeling van de bewijskracht van de getuigenverklaring van de partij-getuige, zodat het hof daaraan niet voorbij had mogen gaan
Partij(en)
A, adv. mrs. D.M. de Knijff en M.S. van der Keur, vs. B, adv. mr. C.S.G. Janssens.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A is ...