NJ 2017/104
Adolescentenstrafrecht. Art. 1 lid 2 Sr en de verhoging van de leeftijd van 21 naar 23 jaar in art. 77c Sr.
HR 29-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2716, m.nt. H.D. Wolswijk
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/01775
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
H.D. Wolswijk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154195:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2716, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1185, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2015
- Wetingang
Art. 1 lid 2, 77c Sr; art. 77c Sr (oud)
Essentie
Adolescentenstrafrecht. De verhoging van de leeftijd van 21 naar 23 jaar in art. 77c Sr is een wijziging van wetgeving t.a.v. de toepasselijke regels van het sanctierecht. De rechter dient dus op grond van art. 1 lid 2 Sr de voor de verdachte gunstigste bepalingen toe te passen indien het feit vóór de verandering van de wetgeving is begaan.
In gevallen waarin de verdachte t.t.v. het begaan van het feit de leeftijd van 18 doch nog niet die van 21 jaar heeft bereikt is het na 1 april 2014 geldende recht niet gunstiger voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.