De goede procesorde
Einde inhoudsopgave
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/9.1:9.1 Inleiding
De goede procesorde (BPP nr. IV) 2006/9.1
9.1 Inleiding
Documentgegevens:
Mr. V.C.A. Lindijer, datum 08-11-2006
- Datum
08-11-2006
- Auteur
Mr. V.C.A. Lindijer
- JCDI
JCDI:ADS373834:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Hierbij zij aangetekend dat de genoemde leerstukken, waartegen de toepassing van de goede procesorde wordt afgezet, niet van gelijke orde zijn. De opzet van dit hoofdstuk is echter beperkt tot de afbakening van de toepassing van de goede procesorde van de toepassing van de genoemde leerstukken. Dat het ene leerstuk van een andere aard is dan het andere, is voor die afbakening niet relevant.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
507. Toepassing van de eisen van een goede procesorde heeft blijkens de onderzochte jurisprudentie raakvlakken met de werking van andere leerstukken of kan in het concrete geval daarmee zelfs (deels) samenvallen. Het gaat dan om de toepassing van art. 6 EVRM, de eisen van redelijkheid en billijkheid en de leerstukken rechtsverwerking, misbruik van bevoegdheid en onrechtmatige daad. In dit hoofdstuk zal worden getracht de betekenis van verwijzingen naar de eisen van een goede procesorde van de betekenis van deze leerstukken af te bakenen. Die afbakening is niet alleen wenselijk vanuit het streven om de grondslagen voor de normering van het processuele handelen zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven en die normering te kunnen verantwoorden, maar ook vanuit een meer praktisch oogpunt. Het toepassingsbereik van de genoemde leerstukken kan verschillen van het toepassingsbereik van de eisen van een goede procesorde, evenals de rechtsgevolgen van die toepassing.1