NJB 2019/2630
Opzettelijk gelegenheid verschaffen door echtgenote aan echtgenoot tot het telen van hennep in hun woning: ’s hofs bewezenverklaring is ontoereikend gemotiveerd, onder meer erop gelet dat het hof geen omstandigheden heeft vastgesteld die erop duiden dat actieve gedragingen van de verdachte gelegenheid verschaften tot de hennepteelt door medeverdachte in de woning. De enkele, niet nader geconcretiseerde overweging van het Hof dat de verdachte de ruimtes aan medeverdachte ter beschikking heeft gesteld, maakt dat niet anders, in aanmerking genomen dat zij met medeverdachte hoofdbewoner en mede-eigenaar van de gezamenlijke woning was zodat medeverdachte kennelijk die ruimtes reeds ter beschikking had. Daarbij komt dat ook bekendheid met het telen van hennep door medeverdachte niet zonder meer voldoende is voor het doen ontstaan van een rechtsplicht voor de verdachte tot het beletten of (doen) beëindigen daarvan
HR 19-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1812
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/06015
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1812, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:691, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑03‑2018
- Wetingang
(art. 359 Sv)
Essentie
Opzettelijk gelegenheid verschaffen door echtgenote aan echtgenoot tot het telen van hennep in hun woning: ’s hofs bewezenverklaring is ontoereikend gemotiveerd, onder meer erop gelet dat het hof geen omstandigheden heeft vastgesteld die erop duiden dat actieve gedragingen van de verdachte gelegenheid verschaften tot de hennepteelt door medeverdachte in de woning. De enkele, niet nader geconcretiseerde overweging van het Hof dat de verdachte de ruimtes aan medeverdachte ter beschikking heeft gesteld, maakt dat niet anders, in aanmerking genomen dat zij met medeverdachte hoofdbewoner en mede-eigenaar van de gezamenlijke woning was zodat medeverdachte kennelijk die ruimtes reeds ter beschikking had. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.