Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (‘EOM’)
Artikel 15 Benoeming en ontslag van de plaatsvervangend Europese hoofdaanklagers
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2017
- Bronpublicatie:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Inwerkingtreding
20-11-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2017, PbEU 2017, L 283 (uitgifte: 31-10-2017, regelingnummer: 2017/1939)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Het college benoemt twee Europese aanklagers als plaatsvervangend Europese hoofdaanklager voor een ambtstermijn van drie jaar, die kan worden verlengd, en die niet langer zal zijn dan hun ambtstermijn als Europese aanklager. Het selectieproces verloopt volgens het reglement van orde van het EOM. De plaatsvervangend Europese hoofdaanklagers behouden hun status van Europese aanklager.
2.
De regels en voorwaarden voor de uitoefening van de functie van plaatsvervangend Europese hoofdaanklager worden opgenomen in het reglement van orde van het EOM. Indien een Europese aanklager niet langer in staat is zijn taken van plaatsvervangend Europese hoofdaanklager uit te oefenen, mag het college, in overeenstemming met het reglement van orde van het EOM, besluiten de plaatsvervangend Europese hoofdaanklager uit zijn functie te ontheffen.
3.
Indien een plaatsvervangend Europese hoofdaanklager aftreedt, wordt ontslagen of om een andere reden zijn ambt neerlegt, wordt het ambt onverwijld ingevuld overeenkomstig de in lid 1 van dit artikel beschreven procedure. Onverminderd het bepaalde in artikel 16 blijft hij Europese aanklager.