WR 2016/58
Huurrecht woonruimte – procesrecht: Europees recht; ambtshalve toetsing boetebeding; oneerlijk beding; verhouding tussen de grenzen van de rechtsstrijd en het door de grieven ontsloten gebied
HR 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:340, m.nt. Mr. F. van der Hoek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 februari 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/01425
- Noot
Mr. F. van der Hoek
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923448:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Huurrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:340, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2703, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
Huurrecht woonruimte – procesrecht: Europees recht; ambtshalve toetsing boetebeding; oneerlijk beding; verhouding tussen de grenzen van de rechtsstrijd en het door de grieven ontsloten gebied
Samenvatting
Het contractuele boetebeding valt binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 93/13/EEG. Volgens HR 13 september 2013 (Heesakkers/Voets) is de appelrechter gehouden ambtshalve na te gaan of een beding uit het oogpunt van de in Richtlijn 93/13/EEG gegeven criteria oneerlijk is, ook indien hij daarbij buiten het door de grieven ontsloten gebied moet treden, met dien verstande dat hij de grenzen van de rechtsstrijd van partijen dient te respecteren.
De beide ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.