RvdW 2024/574
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Vervolg op HR 29 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1615. Geschil over vraag wie bij geldlening als geldnemer kan worden aangemerkt. Miskenning Kribbebijter-criterium (HR 11 maart 1977, ECLI:NL:HR:1977:AC1877)? Voorbijgegaan aan essentiële stellingen? Onjuiste rechtsopvatting over art. 149 Rv?
HR 31-05-2024, ECLI:NL:HR:2024:781
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 mei 2024
- Magistraten
Mrs. C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, F.R. Salomons
- Zaaknummer
23/02155
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:781, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑05‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:367, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑04‑2024
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Vervolg op HR 29 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1615. Geschil over vraag wie bij geldlening als geldnemer kan worden aangemerkt. Miskenning Kribbebijter-criterium (HR 11 maart 1977, ECLI:NL:HR:1977:AC1877)? Voorbijgegaan aan essentiële stellingen? Onjuiste rechtsopvatting over art. 149 Rv?
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 23/02155
Datum 31 mei 2024
ARREST
In de zaak van
SOLIDIAM N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Solidiam,
advocaat: M.E. Franke,
tegen
DE GEZAMENLIJKE ERFGENAMEN VAN [erflater],
gewoond hebbende te [woonplaats],
VERWEERDERS in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.