JWB 2016/221
Procesrecht, bewijsrecht
HR 10-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1139
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juni 2016
- Zaaknummer
15/04028
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1139, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:194, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑08‑2015
- Wetingang
Essentie
Procesrecht, bewijsrecht
Samenvatting
Casus
De verzoeker tot cassatie en de verweerster in cassatie zijn gehuwd geweest. Het huwelijk is door echtscheiding ontbonden. Op de afwikkeling van hun huwelijksvermogensregime is het Marokkaanse recht van toepassing. De rechtbank heeft bepaald dat de verzoeker tot cassatie eigenaar was van een in Marokko gelegen woning en de verweerster in cassatie veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de verzoeker tot cassatie dat zij als opbrengst van de verkoop van deze woning heeft ontvangen. Ten aanzien van de schuld van partijen aan de SVB heeft de rechtbank overwogen dat partijen in hun onderlinge verhouding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.