JWB 2011/55
Kantonrechter, cassatie, hoger beroep, hoor en wederhoor
HR 21-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1498
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 januari 2011
- Zaaknummer
09/02506
- LJN
BP1498
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1498, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1498, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑2010
- Wetingang
Art. 332 Rv
Essentie
Kantonrechter, cassatie, hoger beroep, hoor en wederhoor
Samenvatting
Casus
De verweerster in cassatie heeft een procedure tegen de eiseres tot cassatie bij een kantonrechter aanhangig gemaakt. Bij een tussenvonnis heeft de kantonrechter een comparitie van partijen gelast en de zaak naar de rolzitting verwezen voor het bepalen van het tijdstip waarop partijen dienen te verschijnen. Uit het eindvonnis van de kantonrechter blijkt dat tijdens de gehouden comparitie namens de verweerster in cassatie een gemachtigde is verschenen en de eiseres tot cassatie noch haar gemachtigde zijn verschenen.
Rechtsvraag
In cassatie rijst de vraag of de kantonrechter het beginsel van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.