NJB 2021/1583:Betaaldiensten. Een consument ontdekt na zijn vakantie dat er zonder zijn toestemming bedragen van zijn betaalrekening zijn afgeschreven. Moet de bank de afgeschreven bedragen vergoeden? Hoge Raad: 1. Niet-toegestane betalingstransactie. Het hof heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de overboekingen als niet-toegestane betalingstransacties aan te merken, ook indien de bank deze overboekingen op deugdelijke wijze heeft geauthenticeerd. 2. Onverwijlde kennisgeving. De verplichting van de betaaldienstgebruiker om de betaaldienstverlener ‘onverwijld’ in kennis te stellen van niet-toegestaan gebruik van een betaalinstrument, vangt aan op het moment dat hij (subjectieve) bekendheid heeft met de niet-toegestane betalingstransactie. Hiervan kan niet worden afgeweken ten nadele van de betaaldienstgebruiker die een consument is. 3. Grove nalatigheid. Het hof heeft geoordeeld dat het feit dat de betaaldienstgebruiker pas na terugkomst van vakantie zijn afschriften heeft gecontroleerd, in de omstandigheden van het geval niet als grove nalatigheid moet worden aangemerkt. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd