Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naarbewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, dossiernummer6640-2012-679, onderzoek Bergdorf, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 16-04-2018, nr. 21-006236-15
ECLI:NL:GHARL:2018:3458, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
16-04-2018
- Zaaknummer
21-006236-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2018:3458, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 16‑04‑2018; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:6541, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:492
ECLI:NL:GHARL:2016:9442, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 25‑11‑2016; (Hoger beroep)
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:6541
- Vindplaatsen
Uitspraak 16‑04‑2018
Inhoudsindicatie
Gevangenisstraf voor mensenhandel en faillissementsfraude. Verdachte wordt deels vrijgesproken van de hem tenlastegelegde mensenhandel. Bijzondere overweging omtrent de vraag wanneer sprake is van een uitbuitingssituatie binnen de verslavingszorg. Dat de instelling (en verdachte) een financieel belang hadden bij de beperkingen en verplichtingen die aan cliënten werden opgelegd, betekent nog niet dat sprake was van een uitbuitingssituatie. Pas als gesproken kan worden van een ernstige disbalans in het voordeel van de instelling (en dus verdachte), kan dit naar het oordeel van het hof geduid worden als uitbuiting.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006236-15
Uitspraak d.d.: 16 april 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 23 oktober 2015 met parketnummer 05-900893-12 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. De officier van justitie heeft het door hem ingestelde hoger beroep ingetrokken.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 11 november 2016, 5 maart 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. J. de Haan, naar voren is gebracht.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Door verdachte is onbeperkt hoger beroep ingesteld tegen het bovenvermelde vonnis van de rechtbank Gelderland. Verdachte is bij dat vonnis vrijgesproken van de hem onder 2, 3, 4 en 6 ten laste gelegde feiten, alsmede het hem onder 1 tenlastegelegde voor zover dit de aangever [aangever 1] betreft. Tegen deze (deel)vrijspraken staat geen hoger beroep open voor de verdachte, zodat hij in zoverre niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn hoger beroep.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep en voor zo ver aan zijn oordeel onderworpen vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1. primair:
[stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of [B.V. 2] .
en/of [stichting 2] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 16 oktober 2012, te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere personen, te weten
1. [aangever 2] en/of
2. [aangever 3] en/of
3. [aangever 6] en/of
4. [aangever 4] en/of
5. [aangever 1] en/of
6. [aangever 5] en/of
7. [aangever 7] ,
(telkens) door dwang en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding dan wel door misbruik van uit andere feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, die
1. [aangever 2] en/of
2. [aangever 3] en/of
3. [aangever 6] en/of
4. [aangever 4] en/of
5. [aangever 1] en/of
6. [aangever 5] en/of
7. [aangever 7] ,
heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid
en/of diensten
danwel
(telkens) door dwang en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding dan wel door misbruik van uit andere feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, enige handeling(en) heeft
ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat die [aangever 2] en/of [aangever 3] en/of [aangever 6] en/of [aangever 4] en/of [aangever 1] en/of [aangever 5] en/of [aangever 7] zich daardoor beschikbaar zou
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
immers heeft/hebben voornoemd(e) rechtspers(o)on(en) en of zijn/hun mededader(s)
(één of meermalen) terwijl die genoemde perso(o)n(en) een alcoholverslaving en/of een drugsverslaving heeft/hebben en/of schulden heeft/hebben - zakelijk weergeven -
- opvang en/of behandeling en/of dagbesteding aangeboden en/of beloofd bij de Stichting
[stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of [B.V. 2] . en/of
[stichting 2] ;
en/of
- ondergebracht en/of gehuisvest in een woning althans kamerbewoning;
en/of
- die perso(o)n(en) gedurende een periode een schuld laten opbouwen bij [stichting 1] door het voorschieten van kosten voor huur en/of zakgeld, terwijl die bovengenoemde
perso(o)n(en) nog geen uitkering had aangevraagd en/of ontvangen;
en/of
- de vrijheden van die perso(o)n(en) beperkt door zonder toestemming van die perso(o)n(en)
de woning te betreden en/of het briefgeheim te schenden;
en/of
- die perso(o)n(en) verplicht laten deelnemen aan het programma van [stichting 1]
inhoudende dagactiviteiten en/of werkactivering bij de [stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of
[stichting 2] en/of [stichting 1] @home;
en/of
- die perso(o)n(en) (fysiek zware) werkzaamheden laten verrichten bij [stichting 2] 3.V. en/of
[stichting 2] en/of werkzaamheden laten verrichten bij [stichting 1] en/of [stichting 1] @home;
en/of
- de bankrekeningen van die perso(o)n(en) laten beheren door een bewindvoerder waardoor
die perso(o)n(en) geen inzicht hadden in hun eigen financiële positie;
en/of
- die perso(o)n(en) niet of nauwelijks contact laten hebben met de buitenwereld en/of de
contacten van die perso(o)n(en) met de buitenwereld gecontroleerd,
door welke feiten en omstandigheden voor die bovengenoemde perso(o)n(en) een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan hij/zij zich niet heeft/hebben kunnen
onttrekken en/of ten gevolge waarvan hij/zij geen weerstand aan voornoemd(e)
rechtspers(o)on(en) en of zijn/hun mededader(s) heeft/hebben kunnen bieden
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) verdachte (telkens)
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan
wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
1. subsidiair:
hij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1januari 2009 tot en met 16
oktober 2012, te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere personen, te weten
1. [aangever 2] en/of
2. [aangever 3] en/of
3. [aangever 6] en/of
4. [aangever 4] en/of
5. [aangever 1] en/of
6. [aangever 5] en/of
7. [aangever 7] ,
(telkens) door dwang en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding dan wel door misbruik van uit andere feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, die
1. [aangever 2] en/of
2. [aangever 3] en/of
3. [aangever 6] en/of
4. [aangever 4] en/of
5. [aangever 1] en/of
6. [aangever 5] en/of
7. [aangever 7] ,
heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid
en/of diensten
danwel
(telkens) door dwang en/of en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding dan wel door misbruik van uit andere feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, enige handeling(en) heeft
ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat die [aangever 2] en/of [aangever 3] en/of [aangever 6] en/of [aangever 4] en/of [aangever 1] en/of [aangever 5] en/of [aangever 7] zich daardoor beschikbaar zou
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) (één of meermalen) die hierboven genoemde perso(o)n(en) terwijl die genoemde perso(o)n(en) een alcoholverslaving en/of een drugsverslaving heeft/hebben en/of schulden heeft/hebben - zakelijk weergeven –
- opvang en/of behandeling en/of dagbesteding aangeboden en/of beloofd bij de Stichting
[stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of [B.V. 2] . en/of
[stichting 2] ;
en/of
- ondergebracht en/of gehuisvest in een woning althans kamerbewoning;
en/of
- die perso(o)n(en) gedurende een periode een schuld laten opbouwen bij [stichting 1] door het voorschieten van kosten voor huur en/of zakgeld, terwijl die bovengenoemde
perso(o)n(en) nog geen uitkering had aangevraagd en/of ontvangen;
en/of
- de vrijheden van die perso(o)n(en) beperkt door zonder toestemming van die perso(o)n(en)
de woning te betreden en/of het briefgeheim te schenden;
en/of
- die perso(o)n(en) verplicht laten deelnemen aan het programma van [stichting 1]
inhoudende dagactiviteiten en/of werkactivering bij de [stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of
[stichting 2] en/of [stichting 1] @home;
en/of
- die perso(o)n(en) (fysiek zware) werkzaamheden laten verrichten bij [B.V. 1] . en/of
[stichting 2] en/of werkzaamheden laten verrichten bij [stichting 1] en/of [stichting 1] @home;
en/of
- de bankrekeningen van die perso(o)n(en) laten beheren door een bewindvoerder waardoor
die perso(o)n(en) geen inzicht hadden in hun eigen financiële positie;
en/of
- die perso(o)n(en) niet of nauwelijks contact laten hebben met de buitenwereld en/of de
contacten van die perso(o)n(en) met de buitenwereld gecontroleerd,
door welke feiten en omstandigheden voor die bovengenoemde perso(o)n(en) een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan hij/zij zich niet heeft/hebben kunnen
onttrekken en/of ten gevolge waarvan hij/zij geen weerstand aan verdachte en of zijn
mededader(s) heeft/hebben kunnen bieden;
5 primair:
[B.V. 2] in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 juni 2012, althans op meerdere tijdstippen, althans enig tijdstip, gelegen in of omstreeks het jaar 2012, te [plaats 2] , in elk geval in Nederland,
als bestuurder van een rechtspersoon, te weten de besloten vennootschap [B.V. 1] ., die op
19 juni 2012 in staat van faillissement was verklaard,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van die rechtspersoon, lasten
verdicht heeft en/of baten niet verantwoord heeft en/of geld en/of enig(e) goed(eren) aan de
boedel van die rechtspersoon onttrokken heeft en/of enig goed om niet en/of klaarblijkelijk
beneden de waarde heeft vervreemd en/of ter gelegenheid van het faillissement of op een
tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen, een van de
schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft,
immers heeft/hebben genoemde rechtspersoon en/of zijn mededader(s)
- de inventaris van de onderneming [B.V. 1] . niet voor de onderhandse verkoopwaarde
maar voor de liquidatiewaarde overgedragen aan [stichting 2] terwijl hij/zij wist(en) dat
de bedrijfsactiviteiten zouden worden voortgezet in die (andere) rechtsvorm;
- (een deel van) de immateriële activa en de goodwill van [B.V. 1] . om niet heeft
overgedragen aan [stichting 2] terwijl hij/zij wist(en) dat de bedrijfsactiviteiten zouden
worden Voortgezet in die (andere) rechtsvorm;
- van [B.V. 1] . van de door [B.V. 1] . aangehouden bankrekening genummerd
[rekeningnummer 3] , althans enige andere(bank)rekening, meermalen, althans eenmaal, direct en/of
indirect een of meer (grote) (geld)bedragen overgeboekt, althans doen of laten overboeken
naar [stichting 1] met als rekeningnummer [rekeningnummer 1] en/of [B.V. 2]
met als rekeningnummer [rekeningnummer 2] althans naar (een)
ander(e) bankrekening(en);
zonder dat daar een betalingsverplichting en/of een zakelijke verantwoording voor
bestond/tegenover stond en aldus/althans buiten het bereik van de (te benoemen) curator
gebracht en gehouden;
en/of
- ter gelegenheid van het faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement
niet kon worden voorkomen van de door [B.V. 1] . aangehouden bankrekening genummerd
[rekeningnummer 3] , althans enige andere (bank)rekening, meermalen, althans eenmaal, direct en/of indirect een of meer (grote) (geld)bedragen overgeboekt, althans doen of laten overboeken naar [stichting 1] met als rekeningnummer [rekeningnummer 4] en/of [B.V. 2] Beheer en Beleggingsmaatschappij B.V. met als rekeningnummer [rekeningnummer 2] , althans naar (een) ander(e) bankrekening(en);
en daarmee [stichting 1] en/of [B.V. 2] op enige
wijze bevoordeeld heeft;
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) verdachte (telkens)
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan
wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
5 subsidiair:
Hij in of omstreeks de periode van 1 januari2012 tot en met 19j uni 2012, althans op meerdere tijdstippen, althans enig tijdstip, gelegen in of omstreeks het jaar 2012,
te [plaats 2] (Gelderland), in elk geval in Nederland,
als bestuurder van een rechtspersoon, te weten de besloten vennootschap [B.V. 1] ., die op 19 juni 2012 in staat van faillissement was verklaard,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van die rechtspersoon, lasten
verdicht heeft en/of baten niet verantwoord heeft en/of geld en/of enig(e) goed(eren) aan de
boedel van die rechtspersoon onttrokken heeft en/of enig goed om niet en/of klaarblijkelijk
beneden de waarde heeft vervreemd en/of ter gelegenheid van het faillissement of op een
tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen, een van de
schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- de inventaris van de onderneming [B.V. 1] . niet voor de onderhandse verkoopwaarde
maar voor de liquidatiewaarde overgedragen aan [stichting 2] terwijl hij/zij wist(en) dat
de bedrijfsactiviteiten zouden worden voortgezet in die (andere) rechtsvorm;
- (een deel van) de immateriële activa en de goodwill van [B.V. 1] om niet heeft
overgedragen aan [stichting 2] terwijl hij/zij wist(en) dat de bedrijfsactiviteiten zouden
worden voortgezet in die (andere) rechtsvorm;
- van [B.V. 1] . van de door [B.V. 1] . aangehouden bankrekening genummerd
[rekeningnummer 3] , althans enige andere (bank)rekening, meermalen, althans eenmaal, direct en/of indirect een of meer (grote) (geld)bedragen overgeboekt, althans doen of laten overboeken naar [stichting 1] met als rekeningnummer [rekeningnummer 4] en/of [B.V. 2] met als rekeningnummer [rekeningnummer 2] althans naar (een) ander(e) bankrekening(en);
zonder dat daar een betalingsverplichting en/of een zakelijke verantwoording voor
bestond/tegenover stond en aldus/althans buiten het bereik van de (te benoemen) curator
gebracht en gehouden;
en/of
- ter gelegenheid van het faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement
niet kon worden voorkomen van de door [B.V. 1] . aangehouden bankrekening genummerd
[rekeningnummer 3] , althans enige andere (bank)rekening, meermalen, althans eenmaal, direct en/of indirect een of meer (grote) (geld)bedragen overgeboekt, althans doen of laten overboeken naar [stichting 1] met als rekeningnummer [rekeningnummer 4] en/of [B.V. 2] met als rekeningnummer 8 138.96.932 althans naar (een) ander(e) bankrekening(en);
en daarmee [stichting 1] en/of [B.V. 2] op enige
wijze bevoordeeld heeft.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd.
De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Partiele nietigheid dagvaarding
Het hof zal de tenlastelegging ten aanzien van feit 5 met betrekking tot het overdragen
van “(een deel van) de immateriële activa (…) van [B.V. 1] .”, zoals ten laste gelegd
onder het 2e gedachtestreepje, nietig verklaren. Het dossier bevat geen stukken waaruit blijkt welke goederen met deze termen worden bedoeld. Daarmee is dit deel van de tenlastelegging onvoldoende feitelijk en voldoet daarmee niet aan het bepaalde in artikel 261 Wetboek van Strafvordering.
Overweging met betrekking tot het bewijs
1. De feiten1.
Uit het dossier blijkt het volgende:
1.1. Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
De betrokken rechtspersonen en hun activiteiten
Op 3 december 2008 is de [stichting 1] opgericht, gevestigd aan de [straat 1] in [plaats 1] . Verdachte is in de periode 3 december 2008 tot 18 juni 2012 de enige bestuurder van [stichting 1] . De activiteiten - zoals omschreven in het uittreksel van de Kamer van Koophandel – van [stichting 1] bestonden uit “Het herstellen van de mens naar geest, ziel en lichaam, te voorzien in de behoefte aan (therapeutische) begeleiding naar Bijbelse normen aan mensen in nood, bijvoorbeeld veroorzaakt door psychosociale problemen en of een verslavingsprobleem. Het bieden van dagbesteding en begeleiding aan personen die, als gevolg van maatschappelijke omstandigheden, geen reguliere arbeid kunnen verrichten”.2.
De cliënten van [stichting 1] waren gehuisvest in één van de panden van [stichting 1] : [straat 1] [huisnummer] , [huisnummer] en [huisnummer] en [straat 2] [huisnummer] in [plaats 1] .3.Het was voor de cliënten verplicht om bij [stichting 1] te wonen.4.
Cliënten bouwden schulden op bij [stichting 1] omdat de cliënten, voordat hun uitkering was aangevraagd en goedgekeurd, al kost en inwoning hadden bij [stichting 1] .5.In die periode werd er zakgeld aan de cliënten verstrekt en werd de huur die zij moesten betalen in rekening gebracht.6.
Er vonden kamercontroles plaats bij de cliënten van [stichting 1] . Cliënten werden hier niet vooraf over geïnformeerd en aan hen werd niet om toestemming gevraagd. Cliënten waren ook niet aanwezig bij deze controles.7.De post van formele instanties gericht aan de cliënten kwam binnen op het kantoor van [stichting 1] en werd door de begeleiders van de cliënten geopend, gelezen en bewaard.8.
De financiën van de cliënten werden beheerd door een bewindvoerder. Iedere cliënt had drie bankrekeningen op zijn naam: 1) de beheerrekening, waarop de inkomsten (uitkering) binnenkwamen en waarvan de vaste lasten van werden betaald, 2) de leefgeldrekening, waar wekelijks leefgeld op werd gestort vanaf de beheerrekening, 3) de PGB-rekening, waarop alle PGB-gelden binnenkwamen en waarvan de bewindvoerder de facturen van betaalde.9.Cliënten konden alleen gebruik maken van de leefgeldrekening.10.
Cliënten werden afgeschermd van contact met de buitenwereld. Als een cliënt naar de gemeentelijke sociale dienst, de huisarts of een andere instantie moest, dan ging er veelal een begeleider mee.11.
Verdachte heeft tijdens zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij werkt bij de [stichting 1] als begeleider.12.Hij is voorzitter van de stichting. In 2009 is hij samen met onder meer [getuige 1] met [stichting 1] begonnen.13.[stichting 1] is een rehabilitatie- en trainingscentrum voor mannen in de leeftijd van 18 tot 65 jaar. Gezien de zware werkzaamheden die verricht moesten worden, hebben zij als stichting besloten geen vrouwen op te nemen. Het doel is om mensen met een verslaving weer terug de maatschappij in te krijgen.14.Als iemand binnenkomt vindt er eerst een intake gesprek plaats. Na een proefweek komen mensen in fase 1 terecht. Fase 1 is met beperkte vrijheid. Ze draaien volledig mee met het dagprogramma. De werkactivering vindt plaats bij [stichting 1] of [stichting 2] . In deze fase krijgen de gasten € 15 leefgeld per week. Ze zijn inwonend bij de [stichting 1] . In fase 2 krijgen de cliënten iets meer vrijheid en iets meer leefgeld en fase 3 is de uitstroomfase. Als een cliënt zich misdraagt dat wordt hij een fase teruggezet.15.
Als besloten is dat een persoon na een proefweek wordt opgenomen, dan wordt [instelling] erbij betrokken.16.Bij [instelling] worden er drie rekeningen op naam van de persoon geopend. Eén voor de PGB-bedragen, één voor het financieel beheer en één voor het leefgeld. Op de rekening voor het financieel beheer komt de uitkering binnen. Het leefgeld komt van de rekening financieel beheer.17.Vanuit de beheerrekening werden de maandelijkse lasten zoals huur en ziektekosten betaald. Als de uitkering binnen was, werd er vaak een regeling getroffen om de schuld bij [stichting 1] af te lossen. Gasten bouwden een schuld op bij [stichting 1] omdat de uitkering niet meteen beschikbaar was en zij wel huur moesten betalen.18.In fase 1 betaalde men € 600,- per maand aan huur, in fase 2 € 500,- en in fase 3 450,-.19.
De getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij vanaf het begin van [stichting 1] daar heeft gewerkt en dat verdachte de touwtjes bij [stichting 1] in handen had.20.Verdachte bepaalde wat er gebeurde en niemand anders. De gasten van [stichting 1] zijn mensen die aan de onderkant van de samenleving staan. Die hebben alles al verloren. Op het moment dat ze bij [stichting 1] komen wordt ze van alles beloofd. Als ze niet luisteren naar verdachte, raken ze alles weer kwijt en staan ze weer op straat. Ze hebben geen andere keuze dan meewerken.21.[getuige 1] weet dat het beleid van [stichting 1] nu erop gericht is om alleen mensen binnen te halen die een PGB hebben. Dat is dan gelijk kassa. Ze hoeven dan niet drie maanden te wachten.22.De gasten zijn op zich zelfstandig genoeg om een uitkering aan te vragen. Verdachte liet dat niet toe. Hij voorkwam dat mensen alleen naar de gemeente gingen. Hij was bang dat ze verkeerde dingen zouden zeggen.23.Verdachte had invloed op wat er met de uitkeringen van de gasten gebeurde. Hij zorgde er in ieder geval voor dat de huur rechtstreeks aan [stichting 1] werd overgemaakt. Daarnaast regelde hij met een medewerker van budgetbeheer dat eerst een eventuele schuld aan [stichting 1] werd afgelost voor er andere schulden werden afgelost. Verdachte regelde dat buiten de gast om. De gast heeft vanaf dag 1 al schulden bij [stichting 1] . Negentig procent van de gelden die binnenkwamen op de bestuursrekening van de [stichting 1] bestond uit PGB-gelden.24.Verdachte en hij hadden een pas om geld te pinnen.
Op 14 november 1991 is [B.V. 1] . opgericht. De activiteiten - zoals omschreven in het uittreksel van de Kamer van Koophandel - van [B.V. 1] . bestonden uit “Het vervaardigen en verhandelen van werkbladen en aanverwante producten, in de ruimste zin”. [B.V. 2] (verder: [B.V. 2] ) was sinds 6 juli 1998 de enig aandeelhouder en bestuurder van [B.V. 1] . en was zelfstandig bevoegd.25.
Verdachte is sinds 22 maart 1996 de enig aandeelhouder en bestuurder van [B.V. 2] . [B.V. 1] . was gevestigd aan de [straat 3] te [plaats 2] en is op 19 juni 2012 in staat van faillissement verklaard.26.
[getuige 1] heeft over [stichting 2] verklaard dat [stichting 2] van verdachte is. Verdachte laat maandelijks € 5.000,- overmaken naar [B.V. 2] . Dat is zijn salaris.27.
[stichting 2] is op 1 juni 2012 opgericht en is gevestigd aan de [straat 4] in [plaats 1] . Verdachte was in de periode 1 juni 2012 tot 30 november 2012 de enige bestuurder. De activiteiten - zoals omschreven in het uittreksel van de Kamer van Koophandel - van [stichting 2] bestonden uit “De vergroting van de participatie op de arbeidsmarkt van personen die een afstand daarvan hebben, personen te leren werken en het te leren omgaan met struktuur, gezag, dag en nacht ritme, verantwoordelijkheid en communicatie, zodat zij in de maatschappij een baan kunnen vinden en deze baan kunnen houden”.
Werkzaamheden bij [stichting 2]
Om toegelaten te mogen worden tot [stichting 1] moesten de cliënten aan het hele programma dat ze werd aangeboden meedoen. Als ze dat niet wilden, konden ze niet bij [stichting 1] terecht.28.Het was voor de cliënten van [stichting 1] verplicht om te werken bij de keukenbladenfabriek [stichting 2] , later [stichting 2] , of [stichting 1] @home, de winkel voor vloeren.29.
Verdachte heeft verklaard dat het werken bij [stichting 2] arbeidstherapie was.30.De gasten van [stichting 1] werden niet betaald voor hun werkzaamheden bij [stichting 2] . De gasten waren er niet voor opgeleid. De werkzaamheden werden niet betaald omdat ze geld kostten. Verdachte kon geen antwoord geven op de vraag of er een begeleidingsplan werd opgesteld. Gasten deden alle voorkomende werkzaamheden waarbij rekening werd gehouden met hun beperkingen. Iemand verrichtte van 8.00 uur tot 16.30 uur werkzaamheden voor [stichting 2] . De gasten gingen iedere dag met een bus vanuit [plaats 1] naar [plaats 2] om te werken bij [stichting 2] . Dit was een rit van een half uur.31.
De getuige [getuige 1] heeft verklaard dat er ongeveer vijf of zes mensen op de loonlijst stonden bij [stichting 2] , maar dat er ongeveer dertig mensen werkzaam waren. Alle gasten bij [stichting 1] waren werkzaam bij [stichting 2] . Bij de intake werd de mensen gezegd dat ze bij [stichting 2] moeten werken. Het was hard en zwaar werk. Als je niet bij [stichting 2] wilde werken ging het niet door.32.Bij [stichting 1] kwamen alleen mensen die nuttig waren voor [stichting 2] . Als iemand niets kon of te gehandicapt was, kwam hij niet binnen bij [stichting 1] .33.Gasten die bij [stichting 1] kwamen, waren vaak zwaar verslaafd en hadden daarnaast ook nog veel psychische problemen. Zonder uitzondering werden deze mensen bij [stichting 2] aan het werk gezet. Het waren zware lichamelijke werkzaamheden. Gasten waren aan het einde van de dag kapot. Gasten werden in een compleet afhankelijke positie geplaatst. Als ze niet deden wat verdachte zei, stonden ze zo weer op straat.34.
De getuige [getuige 2] heeft verklaard dat hij in 2010 als vrijwilliger bij de [stichting 1] terecht is gekomen en daar in februari 2012 in dienst is getreden als financieel manager. Hij deed de boekhouding bij [stichting 1] . Hij kreeg de opdrachten van verdachte.35.Verdachte declareerde veel privé-kosten via [stichting 1] . Alles werd voor verdachte betaald. Sinds 2009 ging het om substantiële bedragen; tienduizenden euro’s. Benzinekosten werden dubbel gedeclareerd, zowel bij [stichting 1] als bij [stichting 2] . Verdachte had bij [stichting 2] een managementfee van ongeveer € 7.000 per maand. [aangever 3] betaalde te veel huur, namelijk € 600 in plaats van € 450. Er werd dan met [aangever 3] afgesproken dat het teveel betaalde zou worden gespaard zodat hij het groot rijbewijs kon halen. Verschillende personen, waaronder [aangever 7] , kregen geld voor hun werk bij [stichting 2] . Dat werd weggeboekt onder zorgvergoeding, maar dit sloeg nergens op. Het waren gewoon inkomsten uit arbeid. Zij kregen dit naast hun uitkering.36.Het lijkt er op dat verdachte [stichting 2] heeft gebruikt om er beter van te worden. Er kwamen PGB’s en huur binnen, dat was dikke winst. ‘Zelf € 1500 huur betalen voor het hele pand en dan heel veel huur bij de jongens halen en ze op een kamertje proppen.’ Zij waren voor verdachte goedkope arbeidskrachten voor [stichting 2] . Verdachte hoefde daar geen loonbelasting over te betalen. De winst van de PGB’s was gigantisch. Er werd lang niet voor alle uren zorg verleend.37.
[stichting 1] leverde de arbeiders voor [B.V. 1] . [stichting 1] financierde feitelijk [stichting 2] want ze hadden gewoon in loondienst moeten zijn.38.Er zaten geen cliënten in fase 4. Dit stond alleen maar op papier. In praktijk waren ze alleen maar geplaatst in fase 1 tot en met 3. [aangever 7] was één van de weinigen die in fase 4 zat. Verdachte had liever iemand die niet doorgroeide en daardoor veel PGB binnenhaalde voor [stichting 1] en bleef werken voor [stichting 2] .39.
De getuige [getuige 3] heeft op 17 oktober 2012 bij de sociale recherche verklaard dat hij een enorme klik had met verdachte en dat hij in maart 2011 een betaalde baan bij [B.V. 1] . kreeg. Hij werkte daar als logistiek planner. De macht bij [stichting 2] was bij verdachte.40.Bij [stichting 2] waren jongens van [stichting 1] aan het werk. Zij maakten daar mallen en deden mee aan de productie. Gewoon alles wat er moest gebeuren. Ze waren daar aan het werk van 8 tot 5. Het was onder de noemer dagbesteding, maar ze waren daar gewoon aan het werk. Het was een productieproces en aan het einde van de rit werd er gewoon grof geld ontvangen.41.
Het heette dagbesteding bij [stichting 1] om weer ritme op te doen. De jongens hadden megaproblematiek. De jongens die bij [stichting 1] kwamen betaalden tussen de € 450,- en € 600,- huur voor kamertjes die het niet waard waren. Er werden gelijk uitkeringen en PGB’s aangevraagd. Alle jongens waren bang. Er heerste een cultuur van angst. Ze waren volledig afhankelijk van verdachte. Als ze niet deden wat verdachte zei, stonden ze weer op straat.42.
[getuige 3] is op 23 oktober 2012 gehoord door de arbeidsinspectie. Hij heeft verklaard dat hij behalve bij [B.V. 1] . ook een contract kreeg bij [stichting 1] . Hij was daar begeleider.43.De bladen, die bij [stichting 2] werden geproduceerd, moesten worden vervoerd naar afnemers. Dat vervoer werd volledig gedaan door gasten. Het vervoer werd gedaan door [aangever 3] en [aangever 7] . Bij [stichting 2] waren er dagelijks 14 man aan het werk. Daarvan waren er tien gasten. Die gasten zeiden dat ze de hele dag moesten werken en maar een tientje zakgeld kregen.44.Hij hoorde van de gasten dat ze vonden dat ze veel te weinig begeleiding kregen. Bij [stichting 2] was er niemand die was opgeleid om te begeleiden. Volgens [getuige 3] was het werk bij [stichting 2] veel meer dan een dagbesteding. Er moest flink productie worden gemaakt. Gasten hadden dezelfde werktijden als vaste medewerkers. Een derde van de productie werd gedaan door de gasten. Met goed opgeleide mensen zou een beter product zijn afgeleverd. De gasten moesten in de tweede week na hun binnenkomst al naar [stichting 2] .
Ze moesten omdat ze hiervoor getekend hadden. Ze tekenden echter voor alles. De mensen waren al blij dat ze een plek hadden. Hij zag dat de mensen ontzettend moe waren van het werk.45.De begeleiding was zwaar onvoldoende. De gasten betaalden huur voor kamers die dat niet waard waren. [getuige 3] wist dit, omdat hij er naast woonde. Hij vond het mensonwaardig. Het dak lekte en er liepen muizen. De gasten lagen meestal met zijn tweeën op een kamer. Het eten werd meestal gehaald van de voedselbank. Feitelijk waren de gasten als werknemer werkzaam bij [stichting 2] . Ze werden gedwongen om het werk te doen. Ze waren echter niet capabele werknemers.46.
De getuige [getuige 4] was werkzaam bij [stichting 2] . Hij heeft bij de rechter-commissaris op de vraag of de gasten volwaardige werknemers waren verklaard dat dit niet van de gasten kon worden verwacht. Het was meer dat ze iets te doen hadden op een dag. Ze keken iedere keer weer wat ze leuk vonden om te doen. De productie van de gasten speelde geen rol binnen [stichting 2] . Het was een dagbesteding om hun gedachten te verzetten.
De getuige [getuige 5] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat het doel bij [stichting 2] was om cliënten weer terug te laten keren in de maatschappij en niet om winst te maken. Ze hadden wel begeleiding nodig. De zwaarte van het werk verschilde per afdeling.
De getuige [getuige 6] heeft verklaard dat er wel verschillen waren tussen vaste werknemers en cliënten van [stichting 1] . De werknemers hadden echte functies, terwijl het voor de cliënten van [stichting 1] meer een toevoeging/ondersteuning was als ze er waren. De verhouding was twee cliënten van [stichting 1] met één vaste kracht van [B.V. 1] . Later was de verhouding één op één. Er werd altijd gekeken naar wat een cliënt leuk vond om te doen en wat hij kon. Ze konden in principe deelnemen aan het gehele productieproces in een ondersteunende rol.
[aangever 2]
was cliënt bij [stichting 1] van februari 2010 tot 16 oktober 2012. [aangever 2] is naar [stichting 1] gegaan omdat het niet goed met hem ging. Hij wilde van zijn verslaving afkomen en wilde een normaal leven. [aangever 2] was verslaafd aan alcohol en cocaïne. Bij aanvang van zijn periode bij [stichting 1] had [aangever 2] een schuld van ongeveer € 8.000,-. Deze schuld is tijdens zijn verblijf bij [stichting 1] opgelopen tot € 11.000. In het begin heeft [aangever 2] bij [B.V. 1] . in [plaats 2] gewerkt. Hij maakte daar keukenbladen van beton en later reed hij op de heftruck. Na een half jaar is hij halve dagen gaan werken. Hij heeft artrose en het werk was te zwaar voor hem. Het werk bij [stichting 2] was zwaar en niet normaal als dagbesteding. Het was stoffig en zwaar. Bovendien was [stichting 2] een commercieel bedrijf. In maart 2012 is hij bij [stichting 1] gaan werken op de financiële administratie. Inmiddels wordt hij daarvoor betaald. Vanaf mei 2012 kreeg hij een vrijwilligersvergoeding. [aangever 2] was nergens bang voor. Hij deed altijd wat hij zelf wilde. Hij en [aangever 7] zijn er goed uitgegaan. Verdachte kreeg veel betaald. [aangever 2] stond onder bewind van [bewindvoerder] . Hij had geen inzicht in zijn eigen financiële situatie.
Bij de raadsheer-commissaris heeft [aangever 2] verklaard dat hij positief was over zijn verblijf bij [stichting 1] . Over sommige zaken was hij wel negatief, zoals het beperkte aantal gesprekken per maand en dat hij de eerste paar maanden met drie man op de kamer sliep. Later kreeg hij een eigen kamer. Het werk bij [stichting 1] was dagbesteding. Als hij geen zin had om te werken, ging hij een sigaret roken. Na tweeënhalve maand kon hij niet meer naar [stichting 2] vanwege zijn heup en heeft hij in het huishouden en de administratie geholpen. Hij kreeg toen een contract bij [stichting 1] . Als hij weg had willen gaan bij [stichting 1] , was zijn schuld voor hem geen belemmering geweest.
Getuige [getuige 4] heeft over [aangever 2] verklaard dat [aangever 2] tafels mocht verplaatsen met de heftruck als deze er was. [aangever 2] was niet zo vaak aanwezig.
[aangever 6]
was cliënt bij [stichting 1] van februari 2011 tot oktober 2012. In februari 2012 is hij geschorst geweest vanwege een terugval. [aangever 6] was verslaafd aan cocaïne en alcohol. Bij aanvang van zijn periode bij [stichting 1] had [aangever 6] een schuld van € 7.000,- a € 8.000,-. Deze schuld is tijdens zijn verblijf bij [stichting 1] opgelopen tot € 14.000,-. Hij heeft contant geld van [stichting 1] ontvangen in de vorm van een lening. Verdachte heeft hem eens een schuld van € 2.000 kwijt gescholden.
[aangever 6] maakte aanvankelijk keukenbladen bij [stichting 2] . Later is hij bij [stichting 1] @home gaan werken. Hij heeft duidelijk gemaakt dat hij niet bij [stichting 2] wilde werken. Dat herinnerde hem te veel aan zijn ouders. Bij [stichting 2] heeft hij driekwart jaar zo min mogelijk gedaan. Hij werkte bij [stichting 1] @home ongeveer 20-24 uur per week. Het was dagbesteding. Hij kon niet fulltime aan het werk. [aangever 6] stond onder bewind van [bewindvoerder] . Hij had geen inzicht in zijn eigen financiële situatie. Van sommige gasten is volgens [aangever 6] echt misbruik gemaakt. [aangever 3] maakte werkdagen van twaalf of veertien uur en dan moest hij de volgende morgen weer vroeg op de fabriek zijn.47.
[aangever 4]
was cliënt bij [stichting 1] vanaf februari 2012. [aangever 4] was verslaafd aan cocaïne. Hij had een schuld van tussen de € 14.000,- en € 18.000,-. [aangever 4] werkte bij [stichting 2] en maakte werkbladen en spoelbakken. [aangever 4] stond onder bewind van [bewindvoerder] . Hij werd slecht geïnformeerd over zijn eigen financiële situatie.
Bij de raadsheer-commissaris heeft [aangever 4] verklaard dat de werkwijze bij [stichting 1] op zich niet anders was dan bij andere verslavingsinstellingen. Wel was de begeleiding bij [stichting 1] beperkt. Hij had niet echt gesprekken met zijn begeleider. Hij bleef bij [stichting 1] omdat het houvast en bescherming bood. Bij binnenkomst was hem het programma bij [stichting 1] uitgelegd, onder meer dat je ging werken bij [stichting 2] en dat je mee moest doen met het programma.
Getuige [getuige 5] heeft over [aangever 4] verklaard dat hij hem niet zo’n harde werker vond. Hij zat regelmatig te bellen met zijn vriendin of moeder. Je had niet veel aan hem.
Getuige [getuige 6] heeft over [aangever 4] verklaard dat hij hem niet zou hebben voorgedragen voor een contract, want hij was er vaker niet dan wel.
[aangever 7]
was cliënt bij [stichting 1] sinds november 2007. Hij is bij [stichting 1] terecht gekomen, omdat hij geen onderdak kon krijgen bij De Grift (thans Iriszorg). [aangever 7] was verslaafd aan heroïne. Bij aanvang van zijn periode bij [stichting 1] had [aangever 7] een schuld van ongeveer € 8.000,- à € 9.000,-. [aangever 7] moest er bij [stichting 2] voor zorgen dat de aanrechtbladen klaar stonden voor transport en bezorgde samen met [aangever 3] de bladen bij de klant. [aangever 7] stond onder bewind van [bewindvoerder] . Hij had geen inzicht in zijn eigen PGB. [aangever 7] heeft het gevoel gehad bij [stichting 1] en [stichting 2] dat hij kon doen en laten wat hij wilde. Hij kreeg € 125,- per week ‘blessing’ uitbetaald. Hij heeft zich niet misleid gevoeld, behalve ten aanzien van zijn PGB.
Bij de raadsheer-commissaris heeft [aangever 7] verklaard dat hij niet de hele tenlastegelegde periode dagbesteding bij [stichting 2] heeft gehad. Als hij niet naar [stichting 2] wilde, dan hoefde dat niet. Hij kon zelf beslissen wanneer hij wel of niet naar [stichting 2] ging. Hij kon zelf bepalen wanneer en hoe lang hij werkte. Later werd hij huismeester bij [stichting 1] omdat het lichamelijk gezien wat minder goed met hem ging.
[aangever 5]
was cliënt bij [stichting 1] van maart 2011 tot en met november 2011. [aangever 5] was verslaafd aan alcohol en amfetamine. Hij kwam zwaar verslaafd aan bij [stichting 1] . Hij was zijn huis uitgezet en bij [stichting 1] was geen wachttijd, zoals bij andere instellingen. Bij aanvang van zijn periode bij [stichting 1] had [aangever 5] een schuld van ongeveer € 5.000,-. [aangever 5] maakte aanvankelijk de wasbakken voor de keukenwerkbladen bij [stichting 2] . Later werkte hij in de technische dienst bij [stichting 2] . Hij heeft tijdens het verblijf bij [stichting 1] en [stichting 2] nimmer het gevoel gehad dat hij tot iets gedwongen werd. [aangever 5] heeft verklaard dat het werken bij [B.V. 1] . bedoeld was om iedereen structuur te geven om te werken. Het was een soort bezigheidstherapie. Hij vond dat cliënten te veel moesten werken voor het zorgtraject. Men kwam daar voor zorg, maar moest alleen maar werken. Hij vond het wel redelijk (ex)verslaafden te laten werken. Het was goed om werk te hebben en structuur op te bouwen. Voor de verslaafden was het echter veel te veel. € 600,- voor huur en eten was volgens hem veel te veel. Hij had een klein kamertje vol schimmel. Het was een doorloopruimte met twee schotten. Hij is een paar keer terug gezet in een fase omdat hij betrapt was op het drinken van alcohol.
[aangever 3]
werd op 16 oktober 2012 als verdachte van uitkeringsfraude gehoord.48.Hij heeft verklaard dat hij geen uitkering kon aanvragen en geen onderdak had en dat hij toen is teruggegaan naar de [stichting 1] in [plaats 1] . Hij had al eerder onderdak bij die stichting gehad.49.Hij heeft een jaar lang minimaal 40 uur per week gewerkt voordat hij een arbeidscontract kreeg.50.Hij was het er niet mee eens hoe het ging. Hij moest hard werken voor niets. Hij heeft dit met verdachte besproken. Hij heeft de gemeente na een tijdje verteld dat hij veertig uur per week als chauffeur werkte. Verdachte kon toen niet anders dan [aangever 3] een contract aanbieden. Dit was per 1 december 2010.51.Hij ging toen netto € 1200,- per maand verdienen.52.Verdachte is eigenaar van de [straat 1] nummer [huisnummer] en [huisnummer] . [straat 1] [huisnummer] is een anti-kraakwoning. Voor de [straat 1] [huisnummer] wordt weinig huur betaald, maar de huren bleven € 450,- tot € 600,-. Verdachte verdiende daar flink op. [aangever 3] heeft in alle drie de panden gewoond. In de uitkeringsperiode was het zo dat de huur betaald werd van de uitkering. Toch heeft [aangever 3] daarnaast een schuld opgebouwd. Hij kwam er enige weken geleden achter dat hij € 3.000,- schuld had bij [stichting 1] .53.heeft inzage gevraagd in de bankafschriften en daaruit bleek dat hij dubbele huur had betaald. [aangever 3] is weleens een fase omlaag gezet. De huur ging dan omhoog en het zakgeld omlaag. [aangever 3] heeft nooit zwart geld ontvangen.54.In 2010, toen [aangever 3] nog een uitkering had, werd er wel eens een omzet van een ton tot anderhalve ton per week gedraaid. Hij kon dat zien op de uitdraai van de weekplanning. [aangever 3] bracht de spullen weg. Hij was de enige chauffeur. [aangever 3] was vaak laat in de avond (22.00 uur) pas thuis. Hij werd niet begeleid tijdens het werk.55.Ook buiten werktijden had hij geen begeleiding. Hij wist dat hij per maand een PGB-vergoeding had van € 3.000,- tot € 4.000,-. Het werken bij [stichting 2] was een verplichting. [aangever 3] was wel blij dat hij als chauffeur kon werken. Hij kon er niet tegen om de hele dag binnen te zitten.56.Natuurlijk heeft hij bij de sociale dienst nooit gezegd dat hij veertig uur bij [stichting 2] werkte, maar mede omdat het een stichting was, werd het als dagbesteding opgegeven. Hij begreep ook wel dat als de gemeente had geweten dat hij er veertig uur werkte, hij geen uitkering had gekregen, zeker nu hij bij een commercieel bedrijf werkte. Voordien werd door de leiding van de stichting al aangegeven dat het werk dat hij deed dagbesteding was, maar hij was afhankelijk van de stichting, omdat hij anders geen dak boven zijn hoofd had. Vanaf begin 2009 was hij al chauffeur.57.
[aangever 3] heeft verdachte omschreven als een dictator met een christelijk tintje.58.Hij kon aardig, maar ook hard zijn. Hij was niet fysiek, maar wel verbaal intimiderend.59.Hij verklaarde verder dat je bij [stichting 1] een financieel plaatje was. Je werd binnengehaald om uitgebuit te worden. Je werd zo geplaatst dat je volledig afhankelijk van ze was. [aangever 3] wilde niet meer terug naar zijn oude leven in de goot met drank en problemen. Daardoor heeft hij zich in zijn lot geschikt. Hij had nu wel een bepaalde mate van houvast en structuur, al wist hij dat het niet klopte.60.
Op 6 maart 2013 is [aangever 3] als getuige gehoord.61.Hij heeft toen onder meer verklaard dat hij wel eens woordenwisselingen heeft gehad met de verdachte en dat hij zich ook wel eens bedreigd heeft gevoeld. Dat was omdat hij op het laatst geen dingen meer wilde doen die hij in het begin zonder commentaar deed. Hij deed dit in het begin omdat hij bang was eruit gezet te worden. Hij zat diep in de schulden en had geen keus of alternatief.62.Hij heeft drie en een half jaar voor [stichting 2] BV gewerkt. Het was een bedrijf dat arbo-technisch zwaar onder de maat was. Verdachte liet mensen te zwaar werk doen. Als je niet wilde werken dan kon je gaan. Je moest gewoon veertig uur hard beuken. Zijn voordeel was dat hij chauffeur kon worden. Anders had hij het niet volgehouden. Van de Sociale Dienst moest hij een contract krijgen en dat kreeg hij ook. Het was een commerciële fabriek, wel een mooie fabriek, maar het werk was veel te zwaar voor de mensen die daar binnen kwamen en die nog helemaal niet goed in staat waren om het zware werk te doen. Bij verdachte werden de mensen helemaal leeg getrokken door het harde werk. Bij andere instellingen waar [aangever 3] is geweest, was er meer zorgbegeleiding. Bij verdachte was het alleen maar hard werken.
Hij heeft als chauffeur heel hard gewerkt. Zestig of zeventig uur in de week kwam meermalen voor. Er zat een soort track and trace systeem in de auto. Rusttijden en pauzes waren niet nodig, dus die kon hij niet nemen. Als hij stil stond werd er direct gebeld met de vraag waarom hij stil stond. [aangever 3] kreeg niet de gelegenheid om rustig iets te eten. Hij is meer keren tegen de vlakte gegaan om hij niet gegeten had.63.Verdachte wilde er vooral zelf beter van worden. De christelijke inslag van de instelling was in het begin wel heel duidelijk, maar nu heeft [aangever 3] het idee dat het alleen maar ging om geld binnen krijgen zodat verdachte weer naar Amerika kon. Verdachte keek te veel naar het zakelijke en niet naar het persoonlijke. Mensen moesten keihard werken en ze kregen er geen cent voor. De zorg was niet structureel en onprofessioneel.64.[aangever 3] werd regelmatig teruggezet in een fase. Men werd snel teruggezet voor een klein vergrijp en dan werd je weken teruggeplaatst. Dat kostte je meteen weer meer huur en je kreeg minder leefgeld. De uitkering heeft [aangever 3] aangevraagd onder begeleiding. Hij kreeg ongeveer € 900,-. In fase 1 moest daar € 600,- huur vanaf en ook de ziektekostenverzekering. De eerste tijd kwam men zeker met een schuld te zitten. Je kreeg leefgeld van € 15,- per week. Zolang de uitkering niet rond was, bouwde je een schuld op.65.Verdachte is bij [aangever 3] thuis geweest. [aangever 3] had hulp nodig en verdachte zei: ‘dit is je helikopter en nu kun je instappen’. [aangever 3] vertrouwde verdachte volledig en verdachte heeft hem ook wel uit de goot gehaald.
[aangever 3] is een keer geschorst voor een week. Bij een schorsing werd je gewoon een week weggestuurd. Er werd totaal geen aandacht aan besteed of je wel een plek had om heen te gaan. Het gevolg was natuurlijk dat je op straat terecht kwam en verviel in je oude fouten.66.[aangever 3] werd geschorst omdat hij tegen het regime was ingegaan. Dat werd niet geaccepteerd. De gasten waren verplicht in de panden in de [straat 1] [huisnummer] , [huisnummer] of [huisnummer] te wonen. Ergens anders wonen was niet mogelijk. [aangever 3] vond dat er misbruik is gemaakt van de kwetsbaarheid van verslaafde personen. Hoe zwakker je was, hoe meer je de sigaar was. Hoe meer je je mond open deed, hoe meer je voor elkaar kreeg.67.De huisvesting was zwaar onder niveau. [aangever 3] heeft in alle drie de beschikbare panden gezeten. Op nummer 11 kwam het water uit het plafond. Het was een open ruimte waarin een wasmachine en toiletten waren. In die ruimte werden ze met drie man te slapen gelegd.68.
[aangever 3] is op 20 april 2017 bij de raadsheer-commissaris gehoord.69.Hij heeft verklaard dat hij in principe een mooie tijd bij [stichting 1] heeft gehad. Hij had werk en onderdak. Hij had een veilige plek en dat vond hij heel belangrijk. Hij blijft bij zijn verklaring dat mensen werden leeg getrokken. Als je binnenkwam werd je verplicht om van 8 tot 5 in een betonfabriek te werken. Hij heeft met die bladen lopen sjouwen zonder hulpmiddelen en zonder loon. Verdachte werd verplicht hem een aantal jaren later salaris te geven. [aangever 3] kwam in 2006 bij [stichting 1] . Pas de laatste jaren is dat leegtrekken gebeurd. Er waren altijd schulden. Je kon niet weg. [aangever 3] bezorgde hij keukenbladen bij klanten. Hij sjouwde van boven naar beneden. Er waren geen hulpmiddelen. Ze deden alles met hun handen. Zijn vinger is hierdoor verbrijzeld geweest. Hij deed het werk met behoud van uitkering, maar de gemeente vond dat hij een contract moest krijgen. Dat is toen gebeurd met veel moeite. Hij is ongeveer drie jaar zonder contract chauffeur geweest. Bij verdachte werd je gedwongen te werken. Hij voelde een bepaalde mate van dwang. Zeker toen hij geen contract had. Het voelde toen als dwangarbeid. Hij had daar niet over te bepalen. De huur kwam bij zijn schuld. Het bestaan van de schulden heeft er toe bijgedragen aan het gevoel dat hij niet vrij was.
In het dossier bevindt zich een kopie van de arbeidsovereenkomst tussen [aangever 3] en [B.V. 1] . Daarin staat dat de overeenkomst op 1 december 2010 ingaat en dat [aangever 3] een brutosalaris van € 1416,- per maand ontvangt en dat de vakantietoeslag 8% is.70.
De getuige [getuige 3] heeft verklaard dat het vervoer bij [stichting 2] onder meer werd gedaan door [aangever 3] . [aangever 3] was de hele dag op pad en was fulltime chauffeur.71.
In het dossier bevindt zich een e-mailbericht van [getuige 7] , gedateerd 1 april 2010, met de volgende inhoud:72.
“Ik begreep vandaag dat [aangever 3] pas om 22 uur thuis was. Hij kreeg om 17:00 uur nog een rit naar Eindhoven. Dit kan toch niet? [aangever 3] is de hele dag bezig geweest en moet dan nog tot 22 uur overwerken. Hij voelt zich echt misbruikt en heeft ‘s avonds niet gegeten, kwam oververmoeid thuis. Dit kost hem echt heel veel stress en spanning. Dit is echt te gek hoor. Dit is de afgelopen 3-4 weken al veel vaker gebeurd. Hij durft zelf geen nee te zeggen. Dit heeft Ico vorige week ook al 2 keer besproken. [aangever 3] wil nu zsm stoppen bij [stichting 2] …”
Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat [aangever 3] bij [B.V. 1] . heeft gewerkt als chauffeur en dat hij goed functioneerde. Hij kreeg een contract in 2010.
1.2. Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde
Op grond van de bewijsmiddelen, zoals reeds genoemd in het vonnis, blijkt het volgende:
[B.V. 1] . was gevestigd in [plaats 2] en is op 19 juni 2012 in staat van faillissement verklaard. [B.V. 2] was sinds 6 juli 1998 de enig aandeelhouder en bestuurder van [B.V. 1] .73.Verdachte is sinds 22 maart 1996 de enig aandeelhouder en bestuurder van [B.V. 2] .74.Verdachte was in de periode 3 december 2008 tot 18 juni 2012 de enige bestuurder van [stichting 1] .75.[stichting 2] is op 1 juni 2012 opgericht. Verdachte was in de periode 1 juni 2012 tot 30 november 2012 de enige bestuurder van de [stichting 2] .76.
Verdachte was via [B.V. 2] eindverantwoordelijk voor [B.V. 1] ., was binnen [B.V. 1] . ‘de grote baas’ en nam alle belangrijke beslissingen. Verdachte was bevoegd namens [B.V. 1] . betalingen te doen en beschikte over een bankpasje van [B.V. 1] . Medio mei 2012 heeft, o.a., verdachte het besluit genomen tot het aanvragen van het faillissement van [B.V. 1] . Verdachte heeft het faillissement van [B.V. 1] . aangevraagd.77.
Op 30 mei (2012) heeft een overleg plaats gevonden tussen verdachte, [getuige 6] en [getuige 2] . Van dit overleg is een verslag gemaakt.78.In dit verslag staat onder meer het volgende:79.
“… Beslissingen mbt aanvraag faillissement [B.V. 1] .
- -
Zsm geld overmaken naar [verdachte] en [stichting 1]
- -
Juiste moment kiezen van faillissement aanvragen
- -
Zsm rondje maken belangrijkste klanten…”
Verder geldt het volgende:
[getuige 2] heeft onder meer verklaard:80.
“…We hebben een keer een gesprek gehad. [verdachte] had het plan om het stil te leggen, daarmee bedoel ik de B.V. Dit stilleggen was het plan van [verdachte] . Daar mocht niet over gesproken worden. [getuige 6] zou een overzicht maken van de financiën van [B.V. 1] . Ik heb ze gewaarschuwd om te overleggen met andere partijen want anders kwamen ze in de problemen. Men wilde alle overgebleven gelden uit [B.V. 1] . halen. [verdachte] had het erover dat hij nog verschillende bedragen te goed had. Het potje van [stichting 2] moest leeggehaald worden voor het faillissement, dat was belangrijk. Ik heb toen nog gezegd, daar moet je mee oppassen, maar [verdachte] zei: ‘ik doe het in kleine porties dus dan lukt dat wel…”
Van de bankrekening van [B.V. 1] . met nummer [rekeningnummer 5] zijn de navolgende bedragen overgeboekt naar de bankrekening van [stichting 1] met nummer [rekeningnummer 1] :
1 juni 2012 € 5.000,-81.; 8 juni 2012 € 3.000,-82.; 13 juni 2012 € 6.500,-83.; 14 juni 2012 € 14.000,-84.; 14 juni 2012 tweemaal € 5.355,-85.; 15 juni 2012 € 4.000,-86..
Van de bankrekening van [B.V. 1] . met nummer [rekeningnummer 5] zijn de navolgende bedragen overgeboekt naar de bankrekening van [B.V. 2] met nummer [rekeningnummer 2] :
6 juni 2012 € 5.000,-87.; 7 juni 2012 € 2.000,-88.; 11 juni 2012 € 4.000,-89.; 13 juni 2012 € 10.000,-90.. Verdachte heeft verklaard dat [B.V. 2] een schuldeiser is van [B.V. 1] .91..
In de administratie van [B.V. 1] . zijn 5 facturen opgenomen van [stichting 1] met als omschrijving begeleidingsvergoeding of-kosten voor de maanden januari t/m mei 2012.92.
Verdachte heeft op 10 mei 2012 een SMS verstuurd naar [getuige 6] met de volgende inhoud: “H ik denk ook dat het handig is om naar een andere bank te gaan de ABN schiet er bij in ik weet niet hoe gevoelig dit ligt”.93.
In het faillissement van [B.V. 1] . is in totaal aan € 156.075,43 aan concurrente vorderingen voorlopig erkend, waaronder een vordering van de ABN-AMRO bank ter grootte van € 79.321,-.94.
2. Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten.
3. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de integrale vrijspraak bepleit van verdachte ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde is de verdediging van mening dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat verdachte betalingen heeft gedaan in het zicht van het faillissement waardoor schuldeisers zijn benadeeld. Op deze vaststelling past echter wel de kanttekening dat er wel een rechtsgrond voor deze betalingen aanwezig was, hetgeen van invloed is op de hoogte van de eventueel op te leggen straf.
4. Het oordeel van het hof
4.1.
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Algemene overwegingen
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 273f Sr en de jurisprudentie over dit wetsartikel volgt dat mensenhandel is gericht op uitbuiting. Het belang dat ten grondslag ligt aan de strafbaarstelling van mensenhandel is het behoud van de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de onderhavige bepalingen, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Bij de beantwoording van die vraag komt in een geval als het onderhavige onder meer betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd (zie onder meer Hoge Raad 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR: 2009:BI7099).
Met betrekking tot het bestanddeel ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ geldt dat misbruik kan worden verondersteld, indien de tewerkgestelde in een situatie verkeert of komt te verkeren, die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige werknemer in Nederland pleegt te verkeren.
Met betrekking tot het bestanddeel ‘een kwetsbare positie’ geldt dat dit begrip in de wet is gedefinieerd in die zin dat daaronder mede wordt begrepen: “een situatie waarin een persoon geen andere werkelijke of aanvaardbare keuze heeft dan het misbruik te ondergaan.”
Het hof benadrukt ten slotte dat het enkele aanwenden van de in artikel 273f, eerste lid aanhef en onder 1º, van het Wetboek van Strafrecht genoemde dwangmiddelen op zich zelf beschouwd niet reeds uitbuiting oplevert, maar dat uitbuiting met zich brengt dat sprake moet zijn van een ernstige inbreuk op de lichamelijke en/of geestelijke integriteit en/of de persoonlijke vrijheid en/of de financiële belangen van betrokkenen.
Het hof gaat op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in eerste aanleg en hoger beroep uit van de volgende feiten en omstandigheden:
- 1.
Cliënten kregen opvang, behandeling en dagbesteding aangeboden bij [stichting 1] en [B.V. 1] ., later [stichting 2] ;
- 2.
Cliënten werden gehuisvest in een kamer bij [stichting 1] ; zij waren verplicht daar te wonen;
- 3.
Cliënten betaalden van hun uitkering de kosten van het verblijf bij [stichting 1] . In de eerste fase werd aan cliënten € 600,- per maand in rekening gebracht voor kost en inwoning. Na ongeveer drie maanden werd dit bedrag tot € 500,- en vervolgens tot
€ 450,- verlaagd;
4. Cliënten bouwden totdat ze een uitkering ontvingen een huurschuld op bij [stichting 1] ;
5. Cliënten werden in hun vrijheden beperkt, onder meer door kamercontroles, het openen van post en het inleveren van hun telefoons;
6. Cliënten waren verplicht om deel te nemen aan het programma van [stichting 1] en verrichten (onbetaald) werkzaamheden bij [B.V. 1] ./ [stichting 2] of [stichting 1] @home;
7. Voor cliënten werd een PGB aangevraagd.
8. Cliënten kregen een financieel bewindvoerder aangesteld die toezicht hield op hun financiën.
Naar het oordeel van het hof kunnen mensen met een verslavingsachtergrond baat hebben bij een dagbesteding (bestaande uit betaalde of niet-betaalde werkzaamheden), controle op hun activiteiten en het uit handen nemen van hun financiële zaken. De omstandigheden dat enige drang wordt uitgeoefend op het hebben en houden van een dagbesteding en er beperkingen zijn als gevolg van de uitgeoefende controle en als gevolg van het ontbreken van zeggenschap over financiële middelen, brengt nog niet met zich mee dat sprake is van uitbuiting, met name niet als van te voren duidelijk met de (ex)verslaafde is gecommuniceerd dat dit de voorwaarden zijn waaronder hij kan worden opgenomen in een instelling. Tegelijkertijd moet voor ogen worden gehouden dat (ex)verslaafden vaak kwetsbare personen zijn die zich minder weerbaar kunnen opstellen. Dat heeft niet alleen te maken met hun verslavingsachtergrond, maar ook met andere omstandigheden zoals schuldenproblematiek en het ontbreken van (alternatieve) huisvesting.
Verdachte heeft naar voren gebracht dat hij cliënten huisvestte bij [stichting 1] en liet werken bij [B.V. 1] . omdat hij ze wilde helpen. Tegelijkertijd is echter gebleken dat [stichting 1] en [B.V. 1] . financieel profijt hadden van de cliënten. [stichting 1] ontving gelden uit de PGB’s en huur van cliënten en [B.V. 1] . kon gebruik maken van gratis werkkrachten. Verdachte profiteerde in financieel opzicht zowel van [stichting 1] als van [B.V. 1] . Ten aanzien van [stichting 1] gold dat verdachte op de loonlijst stond en salaris ontving, hij kosten declareerde en hij de beschikking had over een pinpas van [stichting 1] . Ten aanzien van [B.V. 1] . gold dat verdachte een forse managementfee ontving en hij ook daar kosten declareerde.
Cliënten werden door het accepteren van voorwaarden bij binnenkomst in [stichting 1] beperkt in hun vrijheden. Zij werden verplicht te wonen bij [stichting 1] en dus huur te betalen aan [stichting 1] en zij werden verplicht te werken bij [B.V. 1] zonder dat zij hiervoor een vergoeding ontvingen.
Dat [stichting 1] , [B.V. 1] en verdachte een financieel belang hadden bij de beperkingen en verplichtingen die aan cliënten werden opgelegd, betekent nog niet dat sprake was van een uitbuitingssituatie. Het was immers ook zo dat cliënten baat konden hebben bij de beperkingen en verplichtingen, in die zin dat zij niet terugvielen in hun verslaving en niet terugkeerden naar het leven dat zij als verslaafde hadden geleid.
Pas als gesproken kan worden van een ernstige disbalans in het voordeel van [B.V. 1] . en/of [stichting 1] (en dus verdachte), kan dit naar het oordeel van het hof geduid worden als uitbuiting. Zo een disbalans kan zich voordoen als er (qua duur, aard en intensiteit) geen verschil bestaat tussen de niet betaalde werkzaamheden van cliënten en betaalde werkzaamheden van werknemers. Ook kan zich een disbalans voordoen als cliënten qua inhoud (vies of gevaarlijk werk) zodanige werkzaamheden moeten verrichten of zo langdurig dat van die werkzaamheden niet meer kan worden gesteld dat die gezien kunnen worden als redelijke dagbesteding en/of als redelijk doel om terug te keren in de maatschappij. Ook kan zich een disbalans voordoen als cliënten verplicht worden buitensporig hoge huren te betalen.
Het hof zal hieronder per persoon nagaan of sprake was van een zodanige disbalans dat gesproken kan worden van uitbuiting. Het hof merkt daarbij op dat het bij mensenhandel gaat om een ernstig feit waarop een hoge straf staat en dat daarom niet elke disbalans reeds tot de conclusie leidt dat sprake is van uitbuiting in de zin van artikel 273f, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht. Er moet dus sprake zijn van een forse disbalans. In dat kader merkt het hof op dat er weliswaar vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de huren die cliënten in de eerste fase moesten betalen gelet op de hoogte van die bedragen in relatie tot de kwaliteit van de huisvesting, maar dat naar het oordeel van het hof die huren niet zo hoog waren dat reeds vanwege de hoogte gesproken kan worden uitbuiting. Wel kan die hoogte een omstandigheid zijn in combinatie met andere omstandigheden die er toe leidt dat sprake is van uitbuiting.
Vrijspraak ten aanzien van [aangever 2]
Uit de hiervoor weergegeven verklaringen blijkt dat [aangever 2] werkzaam was bij [B.V. 1] . In maart 2012 is hij bij [stichting 1] gaan werken op de financiële administratie. Hij kreeg daar een vergoeding voor. [aangever 2] heeft bij de raadsheer-commissaris verklaard dat het werk bij [stichting 1] dagbesteding was. Als hij geen zin had om te werken, ging hij een sigaret roken. Vanwege de fysieke beperkingen van [aangever 2] is hij bij [stichting 2] halve dagen gaan werken. [getuige 4] heeft over [aangever 2] verklaard dat [aangever 2] tafels mocht verplaatsen met de heftruck als deze er was. [aangever 2] was niet zo vaak aanwezig.
Het hof is van oordeel dat de feiten en omstandigheden zoals hiervoor weergegeven geen uitbuitingssituatie opleveren in de zin van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, zodat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
Vrijspraak ten aanzien van [aangever 6]
Uit de hiervoor weergegeven verklaringen blijkt dat [aangever 6] aanvankelijk bij [B.V. 1] . werkte en later bij [stichting 1] @Home. Hij werkte ongeveer 20-24 uur per week. De intensiteit van de door [aangever 6] uitgevoerde werkzaamheden bij [stichting 1] @Home kan echter niet worden vastgesteld. Zo is bijvoorbeeld niet duidelijk hoeveel klanten er iedere dag bij [stichting 1] @Home langs kwamen en hoeveel [aangever 6] moest werken in vergelijking met een reguliere werknemer. Het is ook niet duidelijk geworden hoe lang [aangever 6] bij [stichting 1] @home heeft gewerkt. Verder geldt dat [aangever 6] eerst een periode bij [stichting 2] heeft doorgebracht en hij ten aanzien die periode heeft verklaard dat hij zo min mogelijk heeft gedaan. Nadat hij had aangegeven niet bij [stichting 2] te willen werken, kon hij bij [stichting 1] @home aan de slag.
Gelet op onder meer de verklaringen van [aangever 6] kan het hof niet vaststellen – ook niet in combinatie met hoogte van de huur - dat [aangever 6] is uitgebuit in de tenlastegelegde periode. Verdachte dient daarom van dit onderdeel te worden vrijgesproken.
Vrijspraak ten aanzien van [aangever 4]
Uit de hiervoor weergegeven verklaringen blijkt dat [aangever 4] ruim een half jaar bij [stichting 2] werkzaam was. Hij maakte werkbladen en spoelbakken. [aangever 4] vond dat hij hard moest werken bij [B.V. 1] . [getuige 5] heeft daarentegen over [aangever 4] verklaard dat dat hij hem niet zo’n harde werker vond. [getuige 6] heeft verklaard dat hij [aangever 4] geen vast contract zou hebben aangeboden.
Het hof is van oordeel dat de duur en intensiteit van de door [aangever 4] uitgevoerde werkzaamheden niet gelijkgesteld kunnen worden met die van een reguliere werknemer, dan wel dat die duur en intensiteit anderszins tot de conclusie leiden dat sprake was van uitbuiting. Weliswaar kunnen vraagtekens geplaatst worden bij de zware werkzaamheden die [aangever 4] gedurende ruim een half jaar zonder vergoeding moest verrichten in combinatie met de huur die hij moest betalen voor de kamer waar hij moest wonen, maar het geheel is onvoldoende om te spreken van uitbuiting in de zin van artikel 273f lid 1 Sr. Verdachte dient daarom van dit onderdeel te worden vrijgesproken.
Vrijspraak ten aanzien van [aangever 7]
Uit de hiervoor weergegeven verklaringen blijkt dat [aangever 7] bij [stichting 2] er voor moest
zorgen dat de aanrechtbladen klaar stonden voor transport. Hij bezorgde samen met [aangever 3] de bladen bij de klant. Hij kon zelf beslissen wanneer hij wel of niet naar [stichting 2] ging. Later werd hij huismeester bij [stichting 1] omdat het lichamelijk gezien wat minder goed met hem ging. Het is niet zo dat [aangever 7] geen geld ontving voor zijn werkzaamheden. Hij kreeg (naast zijn uitkering) € 500 per maand aan verkapt (zwart) loon.
Het hof is van oordeel dat de feiten en omstandigheden zoals hiervoor weergegeven geen uitbuitingssituatie opleveren in de zin van artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht, zodat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken
Vrijspraak ten aanzien van [aangever 5]
Uit de hiervoor weergegeven verklaringen blijkt dat [aangever 5] werkzaam was bij [B.V. 1] . Er is echter geen indicatie dat [aangever 5] het niveau van een volwaardig werknemer had bereikt. Ook is niet gebleken dat de werkzaamheden die Van Duin verrichtte qua aard of duur zodanig waren dat gesproken kan worden van uitbuiting. Weliswaar verklaart Van Dijn in algemene zin dat de werkzaamheden te zwaar waren voor verslaafden, maar hij verklaart niet specifiek over de aard, intensiteit en duur van zijn werkzaamheden. [aangever 5] is verder ontevreden over de hoogte van de huur. Die huur was mogelijk te hoog, maar niet zo hoog dat gesproken kan worden van uitbuiting. Verdachte dient daarom van dit onderdeel te worden vrijgesproken.
Veroordeling ten aanzien van [aangever 3] 95.
Het hof is van oordeel dat [stichting 1] en [B.V. 1] . zich ten opzichte van [aangever 3] hebben schuldig gemaakt aan mensenhandel en dat verdachte aan die gedragingen feitelijk leiding heeft gegeven. Uit de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat [aangever 3] verslaafd was aan alcohol. Omdat hij geen inkomen en geen onderdak had, is hij naar [stichting 1] gegaan. Bij [stichting 1] kon hij slechts verblijven als hij werkzaamheden verrichtte voor [B.V. 1] .
[aangever 3] was jarenlang werkzaam als chauffeur bij [B.V. 1] . Hij functioneerde goed en zonder begeleiding en werd als fulltime chauffeur ingezet. Het was dus niet zo dat [aangever 3] (ondanks zijn verslavingsachtergrond) slechter functioneerde dan chauffeurs die vergelijkbaar werk deden en daar wel voor betaald kregen. [aangever 3] maakte bij [B.V. 1] . lange dagen en kwam bij [stichting 1] – waar hij verplicht woonde - vaak uitgeput thuis. Desondanks heeft [aangever 3] een aantal jaren zonder betaling bij [B.V. 1] . gewerkt. [aangever 3] kreeg ook niet zwart betaald zoals bij sommige andere cliënten van [stichting 1] wel het geval was. Wel genoot [aangever 3] (ten onrechte) een bijstandsuitkering. Bij [stichting 1] , [stichting 2] en verdachte was bekend dat [aangever 3] (meer dan) fulltime werkte, niettemin werd geen actie ondernomen ten aanzien van de uitkering van [aangever 3] , hetzij door [aangever 3] een contract aan te bieden (zodat een uitkering niet meer nodig was), hetzij door ( [aangever 3] ) melding te (laten) doen van het feit dat [aangever 3] fulltime en naar tevredenheid als chauffeur werkte. Zowel [stichting 1] , als [B.V. 1] (en dus verdachte) hadden er belang bij dat [aangever 3] zo lang mogelijk zijn uitkering behield.
[B.V. 1] . hoefde op die manier geen loon uit te betalen, terwijl de uitkering hoog genoeg was om de huur bij [stichting 1] te voldoen. Door deze constructie werd [aangever 3] echter financieel benadeeld. Zijn uitkering was aanzienlijk minder dan het loon waarvoor hij in aanmerking kwam. Bovendien liep hij het risico op strafrechtelijke vervolging voor uitkeringsfraude en de oplegging van de bestuursrechtelijke verplichting om het uitgekeerde bedrag terug te betalen.
Pas op 1 december 2010 trad [aangever 3] door druk van de gemeente officieel in dienst bij [B.V. 1] .. Gerekend vanaf 1 januari 2009 was het financieel voordeel van [B.V. 1] . fors (tussen de € 30.000,- en € 40.000,-).
Door [aangever 3] gedurende lange tijd (meer dan) fulltime te laten werken, zonder hem hiervoor een salaris te geven, was – gelet op het financiële voordeel voor [B.V. 1] (en dus verdachte) enerzijds en het financiële nadeel van [aangever 3] en de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke risico’s die hij liep anderzijds – sprake van een zodanige disbalans dat gesproken kan worden van uitbuiting in de zin van artikel 273f, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht.
Deze uitbuiting was een gevolg van misbruik van de kwetsbare positie waarin [aangever 3] zich bevond en het overwicht dat [stichting 1] op hem had. [aangever 3] was voor zijn onderdak afhankelijk van [stichting 1] . Om bij [stichting 1] te kunnen blijven wonen, was hij verplicht te werken voor [B.V. 1] .
Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte zowel binnen de [stichting 1] als binnen [B.V. 1] . een zodanige positie had, zodanige zeggenschap en wetenschap had dat hij feitelijk leiding heef gegeven aan de hierboven genoemde strafbare gedragingen van de [stichting 1] en [B.V. 1] .
4.2.
Ten aanzien van het onder 5 tenlastegelegde
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 5 primair tenlastegelegde heeft begaan en bezigt hiervoor door de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1 primair
[stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of [B.V. 2] .
en/of [stichting 2] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere perso(o)nen, te weten
1. [aangever 2] en/of
2. [aangever 3] en/of
3. [aangever 6] en/of
4. [aangever 4] en/of
5. [aangever 1] en/of
6. [aangever 5] en/of
7. [aangever 7] ,
(telkens) door dwang en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding dan wel door misbruik van uit andere feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, die
1. [aangever 2] en/of
2. [aangever 3] en/of
3. [aangever 6] en/of
4. [aangever 4] en/of
5. [aangever 1] en/of
6. [aangever 5] en/of
7. [aangever 7] ,
heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid
en/of diensten
danwel
(telkens) door dwang en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of afpersing en/of
misleiding dan wel door misbruik van uit andere feitelijke omstandigheden voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie, enige handeling(en) heeft
ondernomen waarvan hij, verdachte en/of diens mededader(s) wist of redelijkerwijs moest
vermoeden dat die [aangever 2] en/of [aangever 3] en/of [aangever 6] en/of [aangever 4] en/of [aangever 1] en/of [aangever 5] en/of [aangever 7] zich daardoor beschikbaar zou
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten,
immers heeft/hebben voornoemd(e) rechtspers(o)on(en) en of zijn/hun mededader(s)
(één of meermalen) terwijl die genoemde perso(o)n(en) een alcoholverslaving en/of een drugsverslaving heeft/hebben en/of schulden heeft/hebben - zakelijk weergeven -
- opvang en/of behandeling en/of dagbesteding aangeboden en/of beloofd bij de Stichting
[stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of [B.V. 2] . en/of
[stichting 2] ;
en/of
- ondergebracht en/of gehuisvest in een woning althans kamerbewoning;
en/of
- die perso(o)n(en) gedurende een periode een schuld laten opbouwen bij [stichting 1] door het voorschieten van kosten voor huur en/of zakgeld, terwijl die bovengenoemde
perso(o)n(en) nog geen uitkering had aangevraagd en/of ontvangen;
en/of
- de vrijheden van die perso(o)n(en) beperkt door zonder toestemming van die perso(o)n(en)
de woning te betreden en/of het briefgeheim te schenden;
en/of
- die perso(o)n(en) verplicht laten deelnemen aan het programma van [stichting 1]
inhoudende dagactiviteiten en/of werkactivering bij de [stichting 1] en/of [B.V. 1] . en/of
[stichting 2] en/of [stichting 1] @home;
en/of
- die perso(o)n(en) (fysiek zware) werkzaamheden laten verrichten bij [B.V. 1] . en/of
[stichting 2] en/of werkzaamheden laten verrichten bij [stichting 1] en/of [stichting 1] @home;
en/of
- de bankrekeningen van die perso(o)n(en) laten beheren door een bewindvoerder waardoor
die perso(o)n(en) geen inzicht hadden in hun eigen financiële positie;
en/of
- die perso(o)n(en) niet of nauwelijks contact laten hebben met de buitenwereld en/of de
contacten van die perso(o)n(en) met de buitenwereld gecontroleerd,
door welke feiten en omstandigheden voor die bovengenoemde perso(o)n(en) een
(afhankelijkheids)situatie is ontstaan waaraan hij/zij zich niet heeft/hebben kunnen
onttrekken en/of ten gevolge waarvan hij/zij geen weerstand aan voornoemd(e)
rechtspers(o)on(en) en of zijn/hun mededader(s) heeft/hebben kunnen bieden
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) verdachte (telkens)
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan
wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
5 primair:
[B.V. 2] in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 juni 2012, althans op meerdere tijdstippen, althans enig tijdstip, gelegen in of omstreeks het jaar 2012, te [plaats 2] (Gelderland), in elk geval in Nederland,
als bestuurder van een rechtspersoon, te weten de besloten vennootschap [B.V. 1] ., die op
19 juni 2012 in staat van faillissement was verklaard,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van die rechtspersoon, lasten
verdicht heeft en/of baten niet verantwoord heeft en/of geld en/of enig(e) goed(eren) aan de
boedel van die rechtspersoon onttrokken heeft en/of enig goed om niet en/of klaarblijkelijk
beneden de waarde heeft vervreemd en/of ter gelegenheid van het faillissement of op een
tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet kon worden voorkomen, een van de
schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft,
immers heeft/hebben genoemde rechtspersoon en/of zijn mededader(s)
- de inventaris van de onderneming [B.V. 1] . niet voor de onderhandse verkoopwaarde
maar voor de liquidatiewaarde overgedragen aan [stichting 2] terwijl hij/zij wist(en) dat
de bedrijfsactiviteiten zouden worden voortgezet in die (andere) rechtsvorm;
- (een deel van) de immateriële activa en de goodwill van [B.V. 1] . om niet heeft
overgedragen aan [stichting 2] terwijl hij/zij wist(en) dat de bedrijfsactiviteiten zouden
worden voortgezet in die (andere) rechtsvorm;
- van [B.V. 1] . van de door [B.V. 1] . aangehouden bankrekening genummerd
[rekeningnummer 3] , althans enige andere(bank)rekening, meermalen, althans eenmaal, direct en/of
indirect een of meer (grote) (geld)bedragen overgeboekt, althans doen of laten overboeken
naar [stichting 1] met als rekeningnummer [rekeningnummer 1] en/of [B.V. 2]
met als rekeningnummer [rekeningnummer 2] althans naar (een)
ander(e) bankrekening(en);
zonder dat daar een betalingsverplichting en/of een zakelijke verantwoording voor
bestond/tegenover stond en aldus/althans buiten het bereik van de (te benoemen) curator
gebracht en gehouden;
en/of
- ter gelegenheid van het faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement
niet kon worden voorkomen van de door [B.V. 1] . aangehouden bankrekening genummerd
[rekeningnummer 3] , althans enige andere (bank)rekening, meermalen, althans eenmaal, direct en/of indirect een of meer (grote) (geld)bedragen overgeboekt, althans doen of laten overboeken naar [stichting 1] met als rekeningnummer [rekeningnummer 4] en/of [B.V. 2] Beheer en Beleggingsmaatschappij B.V. met als rekeningnummer [rekeningnummer 2] , althans naar (een) ander(e) bankrekening(en);
en daarmee [stichting 1] en/of [B.V. 2] op enige
wijze bevoordeeld heeft;
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) verdachte (telkens)
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft gegeven, dan
wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en in
vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van mensenhandel.
Het onder 5 primair bewezen verklaarde levert op:
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van het als degene die in staat van faillissement is verklaard, voor of tijdens het faillissement schuldeisers bevoordelen terwijl hij weet dat hierdoor andere schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf en/of maatregel
Verdachte is door de rechtbank voor het feitelijk leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van faillissementsfraude en mensenhandel gepleegd tegen zes personen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 8 voorwaardelijk en proeftijd van twee jaar.
De advocaat-generaal, die alle tenlastegelegde feiten voor zo ver in hoger beroep nog aan de orde bewezen acht, heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met aftrek van het door verdachte ondergane voorarrest.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft – voor zover het gaat om de mensenhandel – minder bewezenverklaard dan de rechtbank. Ten aanzien van één persoon heeft het hof mensenhandel bewezenverklaard, terwijl de rechtbank en de advocaat-generaal van oordeel waren dat zes personen het slachtoffer van mensenhandel waren geworden.
Verdachte heeft – als feitelijk leidinggever- zich schuldig gemaakt aan mensenhandel. Het slachtoffer heeft bijna twee jaar lang zonder betaling werkzaamheden verricht voor het bedrijf van verdachte. De verdachte was op de hoogte van de kwetsbare en afhankelijke positie van het slachtoffer en heeft hiervan door hem geen arbeidscontract aan te bieden misbruik gemaakt. Het geld dat het slachtoffer via zijn uitkering ontving, ging voor een groot deel in de vorm van huur naar de [stichting 1] waarbij verdachte eveneens financiële belangen had. Door onder meer de (bedrijven van) verdachte bedachte en in stand gehouden constructie liep het slachtoffer niet alleen geld mis, maar liep hij ook het risico vervolgd te worden voor uitkeringsfraude. Verdachte heeft vooral oog gehad voor de financiële belangen van hem zelf en zijn bedrijf en hieraan de belangen van het slachtoffer ondergeschikt gemaakt. Reeds gelet op de duur van de uitbuiting is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden. In het voordeel van verdachte werkt wel dat het slachtoffer
– ondanks het feit dat hij is uitgebuit en zich ook uitgebuit voelt – baat heeft gehad bij de structuur die het verblijf bij [stichting 1] en het werk bij [B.V. 1] . hem geboden hebben.
Naast mensenhandel heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan faillissementsfraude. Verdachte heeft in zijn hoedanigheid als feitelijk leidinggevende van [B.V. 2] en [B.V. 1] . een behoorlijke afwikkeling van het faillissement van [B.V. 1] . gefrustreerd door grote bedragen van de rekening van [B.V. 1] . over te boeken naar de rekeningen van [stichting 1] en [B.V. 2] Hierdoor zijn de andere schuldeisers van [B.V. 1] . benadeeld.
In het voordeel van verdachte houdt het hof er rekening mee dat verdachte niet eerder
is veroordeeld voor soortgelijke feiten, alsmede met het feit dat de zaak heeft geleid tot veel
publiciteit rond de persoon van verdachte. De zaak kwam prominent in de pers als een grote PGB-fraude, vervolgens als een grote uitkeringsfraude, waarbij zich mensenhandel voegde en faillissementsfraude. Van een groot deel van die feiten is verdachte door de rechtbank vrijgesproken.. Daarnaast neemt het hof in aanmerking dat dit de eerste keer is dat een dergelijke zaak, mensenhandel in het kader van hulpverlening, ter beoordeling aan de strafrechter wordt voorgelegd.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vijf maanden passend en geboden is. Het hof heeft hierbij tevens rekening gehouden met de omstandigheid dat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6 EVRM. Na het instellen van het hoger beroep door verdachte op 3 september 2015 tot aan de uitspraak van het hof zijn ruim twee jaren verstreken. Het hof zal bij de strafoplegging rekening houden met deze overschrijding van de redelijke termijn in die zin dat een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden passend en geboden zou worden geacht indien de schending niet had plaatsgevonden.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 3]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.511,24. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 1 primair en subsidiair, voor zover betreffende [aangever 1] , het onder 2 primair en subsidiair, 3 primair en subsidiair, 4 primair en subsidiair en 6 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en doet opnieuw recht:
Verklaart de dagvaarding nietig ten aanzien van feit 5, 2e gedachtestreepje, voor zover betreffende ‘(een deel van) de immateriële activa’.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 5 primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair en 5 primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangever 3] ter zake van het onder 1 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 1.511,54 (duizend vijfhonderdelf euro en vierenvijftig cent) bestaande uit € 11,54 (elf euro en vierenvijftig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
13 oktober 2014
en van de immateriële schade op
16 oktober 2012.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangever 3] , ter zake van het onder 1 primair bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 1.511,54 (duizend vijfhonderdelf euro en vierenvijftig cent) bestaande uit € 11,54 (elf euro en vierenvijftig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
13 oktober 2014
en van de immateriële schade op
16 oktober 2012.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. J.P. Bordes en mr. H. Abbink, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M.M. van der Waerden, griffier,
en op 16 maart 2018 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. Abbink is buiten staat om dit arrest mede te ondertekenen.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 16‑04‑2018
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 6399.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 626.
Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank d.d. 5 oktober 2015.
Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank d.d. 5 oktober 2015.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [bewindvoerder] , p. 1215.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [bewindvoerder] , p. 1299.
Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank d.d. 5 oktober 2015.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 655.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 9] , p. 1402.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [bewindvoerder] , p. 1212-1213.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [aangever 2] , p. 1450.
Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank d.d. 5 oktober 2015.Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 8] , p. 2111.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 594-597, p. 595 e.v.
Idem, p. 595
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 601-607, p. 603 e.v.
Idem, p. 605
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 613-615, p. 613 e.v.
Idem, p. 614.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 624-627, p. 625 e.v.
Idem, p. 626.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 996-1010, p. 997 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 979-983, p. 981 e.v.
Idem, p. 982 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 990-995, p. 992 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 996-1010, p. 1004 e.v.
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 6404.
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 6401.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 979-983, p. 982 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 657-663, p. 663 e.v.
Verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van de rechtbank d.d. 5 oktober 2015.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 628-631, p. 628 e.v.
Idem, p. 629 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 979-983, p. 983 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 984-989, p. 988 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , p. 990-995, p. 992 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] , p. 1151-1153, p. 1151 e.v.
Idem, p. 1152 e.v.
Idem, p. 1153 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] , p. 1172-1194, p. 1175 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] , p. 1172-1194, p. 1193 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 3] , p. 1021-1023, p. 1021 e.v.
Idem, p. 1022 e.v.
Idem, p. 1022 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 3] , p. 1024-1028, p. 1024 e.v.
Idem, p. 1025 e.v.
Idem, p. 1026 e.v.
Idem, p. 1027 e.v.
Proces-verbaal van verhoor van getuige [aangever 6] , p. 1703.
Proces-verbaal van verhoor van getuige [aangever 3] , p. 1538 t/m 1552.
Idem, p. 1538.
Idem, p. 1540.
Idem, p. 1541.
Idem, p. 1542.
Idem, p. 1545.
Idem, p. 1546.
Idem, p. 1547.
Idem, p. 1548.
Idem, p. 1550.
Proces-verbaal van verhoor van getuige [aangever 3] , p. 1603 t/m 1607.
Idem, p. 1604.
Idem, p. 1607.
Proces-verbaal van verhoor van getuige [aangever 3] , p. 1608 t/m 1617.
Idem, p. 1609.
Idem, p. 1610.
Idem, p. 1611.
Idem, p. 1612.
Idem, p. 1613.
Idem, p. 1614.
Idem, p. 1616.
Verklaring van de getuige [aangever 3] , afgelegd bij de raadsheer-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, d.d. 20 april 2017.
Arbeidsovereenkomst tussen [aangever 3] en [B.V. 1] ., p. 1578.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 3] , p. 1025.
E-mailbericht D-137-35, p. 6587.
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 6404.
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 6401.
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 6399.
Uittreksel Kamer van Koophandel, p. 6403.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 336 t/m 338.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 347.
Verslag bespreking verdachte met [getuige 2] en [getuige 6] , p. 389.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 2] , p. 353.
Afschrift bankrekening [stichting 1] met nummer [rekeningnummer 1] , p. 459.
Afschrift bankrekening [stichting 1] met nummer [rekeningnummer 1] , p. 460.
Afschrift bankrekening [stichting 1] met nummer [rekeningnummer 1] , p. 462.
Afschrift bankrekening [stichting 1] met nummer [rekeningnummer 1] , p. 462.
Afschrift bankrekening [stichting 1] met nummer [rekeningnummer 1] , p. 463 en 464.
Afschrift bankrekening [stichting 1] met nummer [rekeningnummer 1] , p. 461.
Afschrift bankrekening [B.V. 2] met nummer [rekeningnummer 2] , p. 439.
Afschrift bankrekening [B.V. 2] met nummer [rekeningnummer 2] , p. 438.
Afschrift bankrekening [B.V. 2] met nummer [rekeningnummer 2] , p. 438.
Afschrift bankrekening [B.V. 2] met nummer [rekeningnummer 2] , p. 436.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 287.
Facturen [stichting 1] , p. 449-453.
Overzicht SMS berichten van en naar mobiel telefoonnummer verdachte, p. 454.
Tweede faillissementsverslag [B.V. 1] . d.d. 3 december 2012, p. 382 en 380.
Het hof acht slechts de hierboven genoemde verklaringen redengevend voor zover deze zijn voorzien van een voetnoot.
Uitspraak 25‑11‑2016
Inhoudsindicatie
Hoger beroep inzake ECLI:NL:RBGEL:2015:6541. Tussenarrest.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-006236-15
Uitspraak d.d.: 25 november 2016
TEGENSPRAAK
Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 23 oktober 2015 met parketnummer 05-900893-12 in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres 1] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 november 2016.
De zitting van het hof van 11 november 2016 betrof een regiezitting. Op die zitting heeft de verdediging haar verzoeken (nader) toegelicht. Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door de advocaat-generaal naar voren is gebracht.
Verzoeken
Namens verdachte heeft de raadsman door middel van een appelschriftuur, ingekomen op 17 november 2015, de onderzoekwensen van de verdediging kenbaar gemaakt, in die zin dat wordt verzocht om het horen van:
1. [getuige 1] , burgemeester van de gemeente [plaats] ;
De verdediging heeft bepleit dat de burgemeester van de gemeente [plaats] meermalen in de media is opgetreden en daarbij een zeer negatief beeld heeft neergelegd, waardoor verdachte al voor de behandeling publiekelijk is veroordeeld. De burgemeester moet deze informatie van het openbaar ministerie hebben verkregen. Indien en voor zover alle stappen in gezamenlijk overleg met het openbaar ministerie zijn gepland, dan zijn dit handelingen die mede aan het openbaar ministerie kunnen worden toegerekend, hetgeen dient mee te wegen in de ontvankelijkheid dan wel de strafmaat. De verdediging wil daarom van de burgemeester weten op welke wijze hij van informatie is voorzien en welke informatie hij heeft verkregen.
2. [getuige 2] ;
3. [getuige 3] .
De verdediging heeft bezwaar tegen de weging door de rechtbank van de verklaringen van de gasten dat ze werden afgemat en dat ze geen zorg ontvingen. De verdediging is van mening dat de verklaring van [getuige 2] dat de normale, betaalde werknemers uit financieel oogpunt werden vervangen door gasten uit zijn verband is getrokken, te meer nu dit naar de mening van de verdediging niet in lijn is met zijn overige verklaringen.
De verdediging wil daarom van [getuige 2] weten of hij blijft bij zijn verklaring of dat hij met deze opmerking iets anders heeft bedoeld. De verdediging wil voorts [getuige 3] horen over haar verklaring dat de gasten verplicht waren om te gaan werken bij [bedrijf] . De verdediging heeft gerede twijfels bij de bewijskracht van haar verklaring, nu zij slechts incidenteel bij [bedrijf] is geweest.
4. [getuige 4] ;
5. [getuige 5] ;
6. [getuige 6] .
De verdediging wil [getuige 4] horen over de wijze waarop de mappen waarin de persoonlijke informatie van de gasten zat waren ingericht, welke informatie in deze mappen terug te vinden was, of de gasten inzicht konden krijgen in hun financiën en of de gasten wel eens vroegen om hun mappen in te zien. De verdediging wil [getuige 5] horen om van haar te vernemen wat zij met de bankafschriften deed en mogelijk of zij ook betrokken was bij het bijhouden van de mappen. De verdediging wil voorts (nogmaals) [getuige 6] , bewindvoerder horen. De verdediging wil van haar weten hoe vaak zij contact had met de gasten (genoemd in de dagvaarding), of zij wel eens klachten heeft gehad dat gasten geen inzicht hadden in hun financiën en tot slot of een of meer gasten genoemd in de dagvaarding nog steeds bij [getuige 6] onder bewind staan.
7. [getuige 7] ;
8. [getuige 8] ;
9. [getuige 9] ;
10. [getuige 10] ;
11. [getuige 11] ;
12. [getuige 12] ;
13. [getuige 13] ;
14. [getuige 14] .
De verdediging is van mening dat het voor de beeldvorming van het gerechtshof van belang is om een aantal gasten te horen die wel succesvol zijn uitgestroomd en die kunnen beamen dat het werk in de fabriek heeft bijgedragen aan hun rehabilitatie.
15. [getuige 15] ;
16. [getuige 16]
17. [getuige 17] ;
18. [getuige 18] .
Verdachte is door twee getuigen benaderd die te kennen hebben gegeven op hun verklaring te willen terugkomen. Dit betreft de heer [getuige 16] en de heer [getuige 15] .
De verdediging verzoekt derhalve deze getuigen opnieuw op te roepen. Daarnaast wil de verdediging de heer [getuige 17] horen, in het bijzonder over de vrijheid die hij had om naar een andere zorginstelling te gaan.
19. [getuige 19] , curator in het faillissement van [bedrijf]
De verdediging is van mening dat verdachte niet voor faillissementsfraude vervolgd had moeten worden vanwege een schikking die met de curator is getroffen. De verdediging heeft redenen om aan te nemen dat de curator door de FIOD is geïnformeerd over de ‘paulianeuze transacties” en dat de curator daarna met de FIOD over de voorgenomen schikking heeft gesproken en de FIOD zich daartegen niet heeft verzet terwijl het strafrechtelijk onderzoek naar faillissementsfraude reeds was aangevangen.
20. [getuige 20] .
Voorts verzoekt de verdediging om een deskundige te benoemen/horen die zich kan uitlaten over de werkwijze van Intro en kan beoordelen in hoeverre deze werkwijze gebruikelijk is binnen de verslavingszorg. De verdediging stelt voor te horen [getuige 20] , [adres 2] , als getuige-deskundige.
Ter terechtzitting van het hof heeft de raadsman deels gepersisteerd bij de gedane verzoeken en deze nader toegelicht. De verdediging heeft de verzoeken om [getuige 2], [getuige 17] en [getuige 6] te horen niet langer gehandhaafd. Voorts wordt verzocht om als getuige-deskundige te horen [getuige 21] . Daarnaast acht de verdediging het noodzakelijk om de [getuige 22] te horen.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting het standpunt ingenomen dat het verzoek tot het horen van getuige [getuige 1] dient te worden afgewezen. De vraag op welke wijze de burgemeester van informatie is voorzien en op welke wijze hij informatie heeft gekregen is in het kader van de strafzaak niet relevant, zodat het belang van de verdediging om deze getuige te horen niet is gebleken.
De advocaat-generaal verzet zich tegen het horen van de getuigen-deskundigen [getuige 20] en [getuige 21] . De tenlastegelegde feiten kunnen ook zonder het horen van deze deskundigen worden gewaardeerd. Het belang van de verdediging om deze deskundigen te horen is niet gebleken.
De advocaat-generaal heeft zich verzet tegen het horen van de getuigen [getuige 7] , [getuige 8] , [getuige 9] , [getuige 10] , [getuige 11] , [getuige 12] , [getuige 13] , [getuige 14] , [getuige 3] , en [getuige 5] . Het belang van de verdediging om deze getuigen te horen is niet gebleken. De advocaat-generaal heeft zich tevens verzet tegen het horen van de getuige [getuige 4] . Deze getuige is reeds in eerste aanleg in bijzijn van de verdediging door de rechter-commissaris gehoord. Het opnieuw horen van deze getuige is niet noodzakelijk.
De advocaat-generaal heeft zich niet verzet zich tegen de verzoeken van de raadsman tot het horen van de getuigen [getuige 15] , [getuige 16] , [getuige 22] , [getuige 18] en [getuige 19] .
De advocaat-generaal en de raadsman hebben ingestemd met het verrichten van eventuele onderzoekshandelingen door een – al dan niet gedelegeerd - raadsheer-commissaris.
Overwegingen
Het verzoek tot het horen van [getuige 1] zal worden afgewezen. Verdachte wordt daardoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.
Het openbaar ministerie heeft de burgemeester ingelicht over het lopende strafrechtelijk onderzoek jegens verdachte in het kader van de handhaving van de openbare orde. Wat de burgemeester vervolgens met deze informatie heeft gedaan, valt onder diens verantwoordelijkheid. Het hof is van oordeel dat –zelfs indien de burgemeester onzorgvuldig is geweest in zijn berichtgeving- dit niet aan het openbaar ministerie kan worden toegerekend. Beantwoording van de vraag op welke wijze hij van informatie is voorzien en welke informatie hij heeft verkregen, is daarom niet van belang voor de beantwoording van de vragen van artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering, zodat het belang van de verdediging om deze getuige te horen niet is gebleken.
Het verzoek tot het horen van de getuigen [getuige 3] en [getuige 5] zullen worden afgewezen. Het belang van de verdediging om deze getuigen te horen is, gelet op de daarvoor gegeven onderbouwing, niet gebleken. Verdachte is daardoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.
De verzoeken tot het horen van de getuigen [getuige 7] , [getuige 8] , [getuige 9] , [getuige 10] , [getuige 11] , [getuige 12] , [getuige 13] en [getuige 14] zullen worden afgewezen. Het al dan niet succesvol uitstromen van gasten zegt niets over de vraag of er sprake is van uitbuiting van de personen die in de tenlastelegging worden genoemd, zodat het belang van de verdediging om deze getuigen te horen niet is gebleken. Verdachte is daardoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.
Het verzoek tot het horen van de getuige [getuige 4] zal worden afgewezen. De getuige is in eerste aanleg gehoord door de rechter-commissaris in bijzijn van de verdediging. Hierbij is de verdediging in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen aan de getuige. Het hof ziet, gelet op de door de verdediging gegeven onderbouwing, geen noodzaak om deze getuige opnieuw te horen.
Ten aanzien van de gevraagde deskundigen [getuige 20] en [getuige 21] heeft het hof ter terechtzitting aangegeven dat het de verdediging vrij staat om deze deskundigen schriftelijk te laten rapporteren en deze rapportages in te brengen. De raadsman heeft hier ter terechtzitting mee ingestemd. Het hof zal daarom iedere beslissing omtrent het verzoek tot het horen van de getuigen-deskundigen aanhouden.
Het hof kan ermee instemmen dat door de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof, als getuigen worden gehoord:
- -
[getuige 15] ;
- -
[getuige 16] ;
- -
[getuige 22] ;
- -
[getuige 18] ;
- -
[getuige 19] .
De raadsman heeft voorts toegezegd de schikkingsovereenkomst met de curator aan het hof te doen toekomen.
BESLISSING
Het hof:
Hervat het onderzoek.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen:
- -
[getuige 15] , geboren op [geboortedag 1] te [geboorteplaats 2] , wonende te [adres 3] ;
- -
[getuige 16] , geboren op [geboortedag 2] te [geboorteplaats 3] , wonende te[adres 4] ;
- -
[getuige 22] , geboren op [geboortedag 3] te [geboorteplaats 4] , adres onbekend;
- -
[getuige 18] , geboren op [geboortedag 4] te [geboorteplaats 5] , adres onbekend;
- -
[getuige 19] , werkzaam bij [adres 5] .
Houdt iedere beslissing omtrent het verzoek tot het horen van [getuige 20] en [getuige 21] als getuigen-deskundigen aan.
Wijst de overige bij appelschriftuur gedane verzoeken tot het horen van getuigen af.
Schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd.
Beveelt de oproeping van de verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van de verdachte en aan de benadeelde partijen.
Aldus gewezen door
mr. H. Abbink, voorzitter,
mr. R. de Groot en mr. J.D. den Hartog, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.M.M. van der Waerden, griffier,
en op 25 november 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.