Einde inhoudsopgave
Kadasterwet
Artikel 44 [Overgelegde bewijsstukken]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2005
- Bronpublicatie:
03-02-2005, Stb. 2005, 107 (uitgifte: 08-03-2005, kamerstukken: 28443)
- Inwerkingtreding
01-09-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-07-2005, Stb. 2005, 416 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Stukken die voor bewijs bij de aanbieding van een stuk worden overgelegd, worden slechts mede ingeschreven, indien de wet dit eist of de aanbieder dit verlangt, tenzij bij wet is bepaald dat de desbetreffende stukken niet worden ingeschreven.
2.
Onverminderd artikel 17, tweede lid, maakt de bewaarder, overeenkomstig door het bestuur van de Dienst te stellen regels, melding van de overlegging van stukken:
- a.
voorzover die in papieren vorm ter inschrijving zijn aangeboden: op het ter inschrijving aangeboden stuk en op het afschrift van dat stuk, en
- b.
voorzover die in elektronische vorm ter inschrijving zijn aangeboden: in het desbetreffende elektronisch gedeelte van de openbare registers bij dat stuk.
3.
Stukken die worden overgelegd maar waarvan de inschrijving niet wordt voorgeschreven of verlangd, worden onverwijld aan de aanbieder teruggegeven. De eerste zin is niet van toepassing indien artikel 11b, vijfde lid, derde zin, toepassing heeft gevonden en het stuk in elektronische vorm is overgelegd.