IER 2015/31
Leo Pharma/Sandoz
HR 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2900, m.nt. J.C.S. Pinckaers (Leo Pharma/Sandoz)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 oktober 2014
- Magistraten
F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/03763
- Noot
J.C.S. Pinckaers
- Roepnaam
Leo Pharma/Sandoz
- JCDI
JCDI:ADS921338:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2900, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑07‑2013
- Wetingang
Essentie
Leo Pharma/Sandoz
Samenvatting
Om te kunnen aannemen dat een uitvinding inventief is, is bepalend of de uitvinding voor de gemiddelde vakman niet op een voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek. Enerzijds kan sprake zijn van inventiviteit als pas door de uitvinding kenbaar wordt dat (voordien) een probleem bestond waarvoor de uitvinding een oplossing biedt. Anderzijds is voor het ontzeggen van inventiviteit aan een bepaalde uitvinding in zijn algemeenheid niet nodig dat de rechter vaststelt dat de gemiddelde vakman het probleem, waarvoor de uitvinding een oplossing biedt, zou hebben onderkend. Voor het oordeel dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.