Einde inhoudsopgave
Telecommunicatiewet
Artikel 6.4 [: Verplichtingen en voorschriften ACM zijn objectief en proportioneel]
Geldend
Geldend vanaf 02-03-2022
- Bronpublicatie:
16-02-2022, Stb. 2022, 83 (uitgifte: 23-02-2022, kamerstukken: 35865)
- Inwerkingtreding
02-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-02-2022, Stb. 2022, 95 (uitgifte: 01-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Verplichtingen en voorschriften die worden opgelegd op grond van artikel 6.1, derde lid, artikel 6.2, tweede tot en met vijfde lid, artikel 6.3, eerste tot en met vijfde lid en negende lid, en artikel 6.3a, eerste lid, zijn objectief, transparant, proportioneel en niet-discriminerend.
2.
Aan een verplichting als bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschriften worden verbonden die nodig zijn voor een goede uitvoering van die verplichting.
3.
Indien aan een aanbieder een verplichting als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd, kan hierbij mede een verplichting worden opgelegd omtrent informatieverstrekking over de opgelegde verplichting alsmede omtrent de wijze van bekendmaking van die informatie door de aanbieder aan wie de verplichting is opgelegd.
4.
Van een besluit betreffende de oplegging van een verplichting als bedoeld in het eerste lid, wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
5.
Uiterlijk binnen vijf jaar nadat een verplichting is opgelegd als bedoeld in het eerste lid, beoordeelt de Autoriteit Consument en Markt, dan wel Onze Minister, voor zover het een verplichting betreft die op grond van artikel 6.3a, eerste lid, is opgelegd, de resultaten daarvan en besluit zij respectievelijk hij de opgelegde verplichting in stand te houden, in te trekken of te wijzigen.