Einde inhoudsopgave
Wet financiering politieke partijen
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2013
- Bronpublicatie:
07-03-2013, Stb. 2013, 93 (uitgifte: 15-03-2013, kamerstukken: 32752)
- Inwerkingtreding
01-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2013, Stb. 2013, 131 (uitgifte: 11-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Kiesrecht
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien een verkiezing van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal er toe leidt dat aan de lijst van een politieke partij waaraan bij de voorgaande verkiezingen geen zetels waren toegewezen, één of meer kamerzetels worden toegewezen, komt deze partij voor subsidie in aanmerking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand, voorafgaand aan de maand waarin de stemming plaatsvond. Voor die politieke partij geldt, in afwijking van artikel 1, onder k, de eerste dag van de kalendermaand die volgt op de maand waarin de stemming plaatsvond, als peildatum.
2.
De aanvraag tot de verlening van de subsidie en een voorschot op deze subsidie wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier maanden na de peildatum, bedoeld in het eerste lid, ingediend. Artikel 11 is van toepassing met dien verstande dat Onze Minister de subsidie en het voorschot op de subsidie verleent binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag.
3.
Bij de toepassing van het eerste en tweede lid blijven de op grond van artikel 8 berekende bedragen ongewijzigd.
4.
Een op grond van dit artikel verleende subsidie kan mede worden aangewend voor de uitgaven, bedoeld in artikel 7 die samenhangen met activiteiten die plaatsvonden in de periode die aanvangt op de eerste dag van de zesde maand voorafgaande aan de maand waarin de stemming plaatsvond.