V-N Vandaag 2019/478
Alleenstaande ouderkorting ondanks dat niet aan inschrijvingseis is voldaan
HR (A-G) 20-12-2018, ECLI:NL:PHR:2018:1511
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
20 december 2018
- Zaaknummer
17/04516
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1049, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1413, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Volgens de A-G heeft weduwnaar X, met een zoon die een gedeelte van het jaar in een justitiële inrichting verblijft, recht op de alleenstaande-ouderkorting. Dit ondanks het feit dat niet voldaan is aan de inschrijvingseis.
Samenvatting
Advocaat-Generaal (A-G) Wattel heeft een conclusie genomen in twee zaken (17/04516 en 18/01717) waarbij het gaat om het niet voldoen aan de inschrijvingseis in het kader van de alleenstaande-ouderkorting. Het betreft de vraag hoe voor de toepassing van de alleenstaande-ouderkorting ex (het inmiddels vervallen) art. 8.15 Wet IB 2001 de eis van inschrijving van ouder en kind op hetzelfde woonadres moet worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.