RVR 2017/62
Vervangende schadevergoeding. Is vervangende schadevergoeding gerechtvaardigd wanneer de tekortkomingen van geringe betekenis zijn?
HR 21-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:743
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/04074
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926623:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:743, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1172, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
- Wetingang
Art. 6:87 BW
Essentie
Aannemingsovereenkomst. Tekortkoming. Vervangende schadevergoeding.
Is vervangende schadevergoeding gerechtvaardigd wanneer de tekortkomingen van geringe betekenis zijn?
Samenvatting
Verweerder is eigenaar van een woonhuis en heeft met eiseres een aannemingsovereenkomst gesloten op basis waarvan eiseres tegen een vaste aanneemsom van € 292.000 exclusief btw (verbouwings)werkzaamheden aan de woning zal verrichten. Tussen partijen is discussie ontstaan over de vraag of enkele van de werkzaamheden wel deugdelijk zijn uitgevoerd (er is onder andere sprake van een knik in en enigszins aflopend niveau van de keukenvloer). Verweerder heeft een aantal facturen tot een bedrag van € 45.602,14 onbetaald gelaten. Eiseres vordert daarop betaling van het openstaande ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.